Binnenland

„Bij project buurtvrouwen snijdt het mes aan drie kanten”

DORDRECHT. Paola Laclé is dolenthousiast over haar werk als buurtvrouw in de Dordtse Wielwijk. De 41-jarige moeder van zes kinderen begeleidt in haar omgeving vier dagen in de week psychiatrische patiënten die na een behandeling weer thuis wonen.

André Bijl
11 January 2014 19:06Gewijzigd op 15 November 2020 08:08
DORDRECHT. Vijf buurtvrouwen op het Admiraalsplein in Wielwijk, hun uitvalsbasis, linksboven Paola Laclé, middenonder projectleidster Hannan El Garmouhi. beeld Rob van der Pas
DORDRECHT. Vijf buurtvrouwen op het Admiraalsplein in Wielwijk, hun uitvalsbasis, linksboven Paola Laclé, middenonder projectleidster Hannan El Garmouhi. beeld Rob van der Pas

„Het bevalt me geweldig. Dit werk is een prachtige uitdaging. Ik help anderen, maar leer er zelf ook elke dag van.”

Laclé werkte tot voor kort in de catering. „Ik had een deeltijdbaan en een uitkering. Toen ik las dat er buurtvrouwen werden gezocht, heb ik direct gereageerd. Ik ben van nature zorgzaam, ga graag met mensen om. Dit werk trok me aan.”

Afgelopen najaar ging het project op initiatief van Bouman 
GGZ van start in de Dordtse wijken Crabbehof, Wielwijk en Krispijn. Vijf vrouwen die tot voor kort zelf een bijstandsuitkering hadden, bezoeken en ondersteunen in totaal dertig psychiatrische patiënten in hun wijk die na een behandeling –vaak vanwege een verslaving– weer thuis wonen. Daarbij ligt de nadruk op reso­cialisatie en participatie.

„We hebben eerst een korte training gekregen en zijn daarna aan de slag gegaan”, aldus Laclé. „Eigenlijk doen we heel gewone dingen. Ik luister met de deel­nemers naar muziek, we wandelen een eindje, halen boodschappen of gaan naar het wijkcentrum om te kijken of er leuke activiteiten zijn. Het gaat er vooral om dat de mensen weer actief worden in de samenleving en niet thuis achter de gordijnen blijven zitten.”

Inmiddels begeleidt de Dordtse zes buurtgenoten. „Ik probeer iedere deelnemer twee keer per week te zien. Als er problemen zijn, mogen ze ook bellen. Het liefst onder werktijd, maar ze bellen me soms ook thuis. Dat is niet zo erg. Het gaat tenslotte om kwetsbare mensen.”

Volgens Koen Burgerhout van Antes –waar Bouman GGZ onder valt– is het project begonnen in de Rotterdamse wijk Hille­sluis. „We hebben vooral gekeken wat mensen nodig hebben als ze na een behandeling weer thuis komen. We redeneren vanuit de werkelijkheid in plaats vanuit bestaande kaders en regeltjes.”

Gesprekken met betrokkenen maakten duidelijk dat voor dit werk een buurtvrouw nodig is als aanvulling op professionele en hoog gekwalificeerde hulpverleners. „We zochten voor dit werk een ander type. Niet zozeer met een spectaculaire opleiding, maar mensen die praktisch in het leven staan, met levenservaring en een netwerk in de wijk.”

De zoektocht naar buurtvrouwen in Hillesluis verliep opmerkelijk. Officiële kanalen leverden niets op. „Maar op briefjes in supermarkten en buurthuizen volgden vijftig aanmeldingen.”

De Rotterdamse proef verliep zo spectaculair dat het project nu elders in Rotterdam en ook in Dordrecht wordt uitgerold. „Het mes snijdt aan drie kanten”, constateert Burgerhout. „Mensen uit de bijstand krijgen als buurtvrouw een betaalde baan. Voor de deelnemers betekenen zij een enorm houvast, een verrijking van hun leven. Ze worden op sleeptouw genomen en krijgen weer perspectief. Ook de wijk heeft er profijt van. Buurtvrouwen en deelnemers gaan bijvoorbeeld met elkaar koken. Wijk­bewoners sluiten zich daarbij aan, zodat er zomaar veertig, vijftig mensen met elkaar bezig zijn.”

In Dordrecht is projectleidster Hannan El Garmouhi al even enthousiast. „De eerste ervaringen zijn positief. Onze buurtvrouwen zetten zich enorm in. Het project loopt in principe voor een jaar, maar we hopen van harte dat het daarna wordt verlengd.”

Dat hangt mede af van de resultaten. Die worden gemeten door de gemeente, die ook in de kosten voorziet. In Dordt is gekozen voor de wijken Crabbehof, Wielwijk en Krispijn, omdat de doelgroep daar het meest is ver­tegenwoordigd. „We willen voorkomen dat mensen weer terugglijden in hun verslaving.”

Problemen bij de begeleiding doen zich volgens de project­leidster niet voor. „Als dat wel het geval zou zijn, schakelen onze buurtvrouwen professionele krachten in. Zo hebben ze ook een signalerende functie.”

Burgerhout constateert dat het project iets wezenlijks toevoegt aan de hulpverlening. „Deze aanpak is heel effectief, waardoor de kans op een terugval –en daarmee een beroep op duurdere vormen van zorg– wordt gereduceerd. Vandaar dat we met verzekeraars en ministeries overleggen om dit experiment uit te breiden.”

Paola Laclé houdt zich vooral bezig met de dagelijkse praktijk. „Ik vind het prachtig iets voor de deelnemers te kunnen betekenen. Met een luisterend oor, een praatje en een beetje begrip kun je mensen weer plezier in het leven geven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer