Duitse minister Gröhe pleit voor verbod op hulp bij zelfdoding
BERLIJN. De nieuwe Duitse minister van Volksgezondheid, de christendemocraat Hermann Gröhe, pleit voor een verbod op het georganiseerd aanbieden van hulp bij zelfdoding. Het is niet uitgesloten dat hier een meerderheid voor te vinden is in de Bondsdag.
Begin deze week pleitte Gröhe in een interview in de Rheinische Post voor een verbod op het commercieel aanbieden van hulp bij zelfdoding. Dat betreft organisaties waar mensen –doorgaans terminale patiënten– tegen betaling assistentie krijgen bij het mengen en innemen van gif. Grote bekendheid genieten de twee Zwitserse organisaties, Dignitas en Exit.
Dat zelfdoding een uitdrukking is van de menselijke vrijheid en dat ook hulp daarbij daarom mogelijk moet zijn, gaat er bij Gröhe niet in. Zo’n stelling „is een zonde tegen de eerbiediging van het menselijk leven in al zijn fasen”, aldus de minister.
In Duitsland is euthanasie verboden, maar (hulp bij) zelfdoding niet. Dat zou ruimte kunnen geven aan organisaties die deze ‘dienst’ ook op Duits grondgebied aanbieden. Gezien de aantallen mensen die naar Zwitserland reizen, zou er in Duitsland ook een markt voor bestaan.
De minister van Justitie in het vorige kabinet-Merkel, de liberaal Leutheusser-Schnarrenberger, werkte ook aan een wetsvoorstel op dit terrein. Dat voorzag alleen in een verbod van die georganiseerde hulp bij zelfdoding als die ook commercieel was. Zolang een vereniging hulp bij zelfdoding dus tegen kostprijs zou aanbieden, zou het mogelijk moeten zijn. Dit leidde vooral bij CDU/CSU tot veel onbegrip. Dat wetsvoorstel –hoewel een afspraak uit het regeerakkoord uit 2009– heeft het niet gehaald.
Het lijkt erop dat Gröhe meer steun krijgt. Reacties uit politieke partijen, kerken en artsenorganisaties klinken redelijk instemmend.
In Duitsland ligt het ingrijpen aan het levenseinde heel gevoelig door de herinnering aan het Derde Rijk. In de jaren dertig en veertig zijn toen op last van de regering zeker 70.000 gehandicapten vermoord, wat toen ”euthanasie” werd genoemd.