De organisatie met de naam ”Op weg naar geweldig onderwijs” vindt het „onrechtvaardig” dat de Onderwijsinspectie de toets gebruikt als ijkpunt.

Het stoort de groep, die uit negen schooldirecteuren en een ontwikkelingspsycholoog bestaat, dat de Cito-toets alleen maar cognitieve vaardigheden beoordeelt en creativiteit, technisch inzicht en sportief talent juist ontbreken. „In het onderwijs zou echter ieder talent moeten tellen”, schrijft de Espelse schooldirecteur Tineke Bruin namens de actiegroep.

Het is hoog tijd dat het onderwijs weer de functie krijgt die het vroeger had: de talenten van kinderen ontplooien op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze, vinden de ondertekenaars. „Door de verstikkende onderwijscultuur vallen veel kinderen buiten de boot. De gevolgen worden nog zorgwekkender als het ”passend onderwijs” zijn intrede doet. Het kan dat scholen liever geen kinderen zien die niet voor betere opbrengsten zorgen en veel zorg behoeven.”

Cito benadrukt zelf dat het nooit de bedoeling is geweest om álle vaardigheden van scholieren te testen. „De toets toont wat een leerlingen op een bepaald gebied kan, dat is inderdaad beperkt tot rekenen en taal”, aldus een woordvoerster. Ze wijst er op dat de docent de leerling het beste kent en weet tot welk niveau die in staat is. De toets is hierbij slechts een hulpmiddel.”

De PO-Raad, de vereniging van schoolbesturen, noemt het niet in het belang van de leerlingen om de eindtoets af te schaffen.