Raad van Kerken bereidt zich voor op magere jaren
De Raad van Kerken in Nederland deelt in de financiële zorgen van de lidkerken.
Het samenwerkingsverband van achttien kerken houdt er rekening mee dat de twee grootste leden, de Rooms-Katholieke Kerk en de Samen op Weg-kerken, hun bijdrage in de komende jaren niet zullen verhogen. Dat heeft algemeen secretaris ds. Ineke Bakker dinsdag gezegd. De RK-Kerk en de SoW-kerken, die het leeuwendeel van de begroting voor hun rekening nemen, bevriezen in 2004 hun bijdrage op respectievelijk 110.000 en 150.000 euro. Daardoor vertoont de begroting voor komend jaar een klein tekort van 7600 euro op een totaal van ruim 3 ton.
„Dat is nog niet verontrustend, maar de financiële situatie van de twee grootste lidkerken is op de langere termijn ongunstig”, zei ds. Bakker. „Dat kunnen we beter voor zijn dan dat we straks overvallen worden door een groot tekort.” Daarom heeft de raad „vooruitlopend op somberder tijden” besloten een werkgroep voor fondsenwerving in het leven te roepen en de kerntaken nog eens kritisch onder de loep te nemen.
Ds. Bakker benadrukt dat het werk van de raad nooit voor een groot deel uit fondsen zal worden betaald. „Het overgrote deel van de begroting zal altijd door de kerken worden opgebracht. Als de lidkerken het oecumenische werk van de raad belangrijk vinden, moeten ze daar ook financieel aan bijdragen.”