Politiek

SGP’er Bisschop nog helemaal in de opa-wolken

SGP-Kamerlid Roelof Bisschop zit nu ruim een jaar in de Kamer. Hij heeft zich de Haagse mores snel eigen gemaakt. Daarbij is hij flexibel, breed inzetbaar en gedegen. Onderwijs had en heeft de liefde van zijn hart. Kritiekpuntjes van mensen die dicht bij hem staan: „Hij gaat soms zijn eigen gang.” En: „Hij moet sneller zijn punt maken.” Een portret.

Gerard Vroegindeweij

31 December 2013 21:37Gewijzigd op 15 November 2020 07:58
SGP-Kamerlid Bisschop kijkt soms kat uit de boom. Beeld Sjaak Verboom
SGP-Kamerlid Bisschop kijkt soms kat uit de boom. Beeld Sjaak Verboom

Voor één ding is Bisschop (57) vuurbang, namelijk dat hij zich als politicus losweekt van de werkelijkheid. Om dat te voorkomen, gaat hij iedere week steevast minimaal een dag op werkbezoek. Hij heeft veel contacten in het land en gaat graag in debat met mensen in het veld om zich een mening te vormen en zijn geest te slijpen. Zelf zegt het erover: „Werkbezoeken zijn Pokon voor de politicus.”

Bisschop is tijdens de werkbezoeken op zijn best. Hij is onderhoudend, humoristisch en prettig in de omgang. En wat van veel politici niet kan worden gezegd: hij stelt zich open op en luistert met belangstelling naar de knelpunten die zijn gesprekspartners naar voren brengen. En weet hun argumenten te pareren.

Vrolijke noot

Bisschop zorgt graag voor de vrolijke noot. Hij heeft wel een concurrent in zijn fractiegenoot Dijkgraaf. Die kan namelijk met een paar woorden ook aardig de boel op stelten zetten. Dat maakt fractievergaderingen van de SGP, die uiteraard overwegend serieus van aard zijn, niet alleen tot constructieve, maar zeker ook tot humoristische en soms licht chaotische bijeenkomsten.

Bisschop maakt graag grapjes over zijn naam. Maar de fractievoorlichters verbieden hem dat. Eén keer per jaar mag hij dat doen. Dat is tegen sinterklaas. Dit jaar legde Bisschop met onderkoelde humor een stemverklaring af bij een motie van de PVV waarin de constatering stond dat Zwarte Piet alleen zwart was: „Voorzitter. De SGP-fractie achtte mij het meest gekwalificeerd om een stemverklaring af te leggen over de motie op stuk nr. 57, die gaat over de kleur van Zwarte Piet. Deze motie is mijn fractie te zwart-wit. Daarom zal zij ertegen stemmen.”

Maar soms kan hij er ook niets aan doen als er grappen over zijn naam worden gemaakt. In december vorig jaar stond in het blad van de SGP-jongeren, In Contact, een artikel met de kop: ”De roomsen hebben een paus, maar wij hebben een Bisschop”. En toen hij enkele weken geleden in Scherpenzeel een spreekbeurt hield, kondigde de voorzitter hem aan als: „Dé Bisschop uit Veenendaal, maar dan zonder staf en zonder mijter.”

Thuis zorgt Bisschop graag voor gezelligheid. Twee van de zes kinderen wonen nog thuis en er vinden levendige gesprekken plaats, ook over de politiek. Een aardig feitje is dat Bisschop persoonlijk in de fotoalbums van zijn kinderen allerlei leuke anekdotes opschrijft. „Straks gemakkelijk als we bij een eventuele bruiloft een levensloop moeten maken”, grijnst hij.

Kat uit de boom

Bisschop erkent dat hij de kat uit de boom kijkt voordat hij zich helemaal aan zijn omgeving geeft. Daar komt het kritiekpuntje vandaan dat hij soms zijn eigen gang kan gaan. Eigenlijk staat Bisschop helemaal niet graag in de schijnwerpers. Dat verklaart waarom hij, toen hij net in Den Haag was, niet zo graag geconfronteerd wilde worden met de vrijpostige journalisten van PowNews. Als hij er langs moest, deed hij dat bij voorkeur bellend. Tegenwoordig ontloopt hij ze niet meer, maar zo gevat als zijn fractiegenoot Dijkgraaf het kan, zo doet Bisschop het niet.

De SGP’er doet er gewoon wat langer over om zijn punt te maken. Interrupties die hij in debatten plaatst, zijn soms lang. Volgens SGP-fractiemedewerkers heeft dat te maken met de onderwijsachtergrond van het Kamerlid; hij doceert nog steeds heel graag. Hij zou sneller zijn punt moeten maken.

Toch kan hij het wel. Als tijdens een fractievergadering een SGP-fractiemedewerker een kritisch licht laat schijnen op de immer zeurende Partij voor de Dieren, constateert Bisschop droogjes: „Rupsje nooitgenoeg.”

Subtieler was de grap tijdens een afsluiting van de fractievergadering. Bisschop liet zijn partijgenoten via een powerpointpresentatie kennismaken met ”De les van de ganzen”. Hoe zij samenwerken, daarin ziet het Kamerlid de grootsheid van de schepping. Een van de lessen is dat de vogels tijdens hun vlucht wisselen van positie. De ene vliegt een poosje voorop en daarna een andere. Het blijft even stil en dan constateert Van der Staaij onder grote hilariteit: „Lijkt mij toch niet zo’n goed idee.”

Onderwijsman

Binnen de driekoppige SGP-fractie houdt Bisschop zich bezig met de ministeries van Onderwijs, Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en voor Wonen. Bij het onderwijs ligt zijn hart. En dat is begrijpelijk. Bisschop werkte tot september vorig jaar in het onderwijs. Zelf zegt hij: „Als ik geen Kamerlid meer zou zijn, keer ik direct terug naar het onderwijs.”

Als Bisschop op bezoek gaat op scholen, vraagt hij altijd of hij ook een of meer gastlessen mag geven. En wie hem dan bezig ziet, moet erkennen dat er een geboren leerkracht voor de klas staat.

Zo bezien is Bisschop de vooruitgeschoven post van het orthodox-christelijk onderwijs. Zelf ziet hij dat niet zo. Hij is er voor alle scholen. Het SGP-Kamerlid vindt dat het ministerie van Onderwijs een veel te grote greep heeft op het onderwijs. Hij wil ruimte voor scholen en leerkrachten. Wonderlijk genoeg heeft hij een bondgenoot gevonden in D66-Kamerlid Van Meenen. Die was net als Bisschop onderwijsbestuurder voordat hij de politiek instapte.

Bisschop boekte enkele weken geleden zijn eerste succesje. Tenminste, voor wie verder kijkt dan het momentum van het debat. Vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling maakte de SGP’er een stevig punt van de controles door de onderwijsinspectie. De inspectie controleert allerlei zaken waarvoor geen wettelijke basis bestaat. Dit jaar namen de andere onderwijswoordvoerders dat punt over. Het resultaat: de inspectie mag geen kleutertoets meer opleggen aan het basisonderwijs.

Maar Bisschop heeft zijn missie nog lang niet volbracht. Zo’n twee maanden geleden diende hij een initiatiefwet in om de taken van de onderwijsinspectie verder aan banden te leggen. Maar ook als die aangenomen is, houdt hij zijn wensen.

Ethiek

Een belangrijke daarvan is ethiek in het onderwijs. „We zien op dit moment een sterke neoliberale tendens in het onderwijs. Staatssecretaris Dekker, een VVD’er, is daar een exponent van. Hij legt sterk de nadruk op meetbare resultaten bij vakken zoals taal en rekenen. Rekenen kunnen we wel. Maar als we kijken naar de oorzaken van de kredietcrisis, komt de vraag naar boven hoe het zit met waarden en normen.”

Bisschop maakt tijdens spreekbeurten en gastlessen op een beeldende manier duidelijk dat onderwijs meer is dan het beheersen van een rekensommetje: „Op de nok van een dak zitten vier mussen. Als ik er één van het dak afschiet, hoeveel heb ik er dan nog over? Als ik dat aan een bèta-geschoolde vraag, is zijn antwoord: „Drie.” Maar dat klopt natuurlijk niet. Er zit er geen één meer.”

Spreekbeurten voor zijn partij vervult de politicus graag. Hij blijkt goed van de tongriem gesneden te zijn, spreekt vrijwel uit zijn hoofd en loopt zo af en toe weg van het katheder. En dat mist zijn uitwerking niet; de aanwezigen luisteren ademloos.

Veel avonden per week is Bisschop niet thuis. Toch zijn zeventig- tot tachtigurige werkweken geen last voor hem. „Ik krijg energie van werkbezoeken, van ontmoetingen met mensen. Dan piep je niet zo snel. En wat heel belangrijk is; mijn vrouw en kinderen staan vierkant achter het werk dat ik mag doen.” En dan is er nog de zegen van de zondag: „Dan bekijk ik geen mail en geen Twitter. Ook pleeg ik geen telefoontjes. Dan is er naast de kerkgang ook tijd voor het gezin.” Enkele weken is hij voor het eerst grootvader geworden. Lachend: „Ik ben nog helemaal in de opa-wolken!”

Geen Saulusbekering

Bisschop groeide op in een oud gereformeerd nest; hij bleef oud gereformeerd tot de totstandkoming van de Hersteld Hervormde Kerk. In de gemeente te Veenendaal was hij enige tijd ouderling.

Over persoonlijk geloof en persoonlijke omgang met God spreekt Bisschop terughoudend. Dat ligt voor hem teer en gevoelig. „Je weidt ook niet uit over de intieme relatie met je vrouw.” Maar erover zwijgen kan hij ook niet: „Wilhelmus à Brakel leert dat Gods gewone weg met Zijn kinderen is dat Hij ze gelijkmatig leidt. Zo’n bekeerling ben ik. Saulusbekeringen behoren tot de uitzonderingen, zegt Brakel, en ik val hem daarin bij.”

Wat drijft Bisschop in zijn politieke bezig-zijn? Die vraag stelt hij zichzelf niet zo vaak. „Ik doe wat op mijn weg komt. Ik ben er vast van overtuigd dat de doorwerking van Gods geboden heilzaam is voor heel de samenleving. Soms kun je kleine stapjes de goede kant op zetten, maar vaak is het niet meer dan het reguleren van een weerbarstige praktijk. Soms moet je het ene kwaad toelaten om het andere te weren, zeggen de kanttekenaren. Laten we niet te pretentieus zijn.”

Duidelijk is dat SGP-vertegenwoordigers anno 2013 hun medebestuurders niet te pas en te onpas met Bijbelteksten confronteren. Ook bij Bisschop leeft sterk de gedachte dat Nederland geen christelijke natie meer is en dat christenen een andere positie hebben dan vijftig tot honderd jaar geleden. Het SGP-Kamerlid ziet meer in de houding van Jeremia 29:7: „Daarin roept de profeet zijn volksgenoten in ballingschap op om te bidden voor de stad waarin ze verblijven omdat in zijn vrede ook de vrede voor hen is gelegen. Ik hoop dat er veel van deze bidders zijn.”

Dit is de eerste aflevering van een driedelige serie waarin christelijke Tweede Kamerleden worden geportretteerd. Volgende week Jaco Geurts (CDA).


Levensloop

Roelof Bisschop wordt geboren op 30 november 1956 te Staphorst. Hij volgt een lerarenopleiding geschiedenis (1975-1982) en studeert geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht (1982-1984). In maart 1993 promoveert hij in Utrecht tot doctor in de letteren. De titel van zijn proefschrift luidt: ”Sions Vorst en volk. Het tweede-Israël­idee als theocratisch concept in de Gereformeerde Kerk van de Republiek tussen ca. 1650 en ca. 1750”.

Bisschop werkt van 1978 tot 2002 als leraar geschiedenis aan het Ichthus College te Veenendaal. Van 2002 tot 2008 is hij aan dezelfde school sectordirecteur bovenbouw havo en vwo. Bovendien geeft hij als freelancedocent kerkgeschiedenis aan de Evangelische Hogeschool en de Christelijke Hogeschool De Driestar (1985-2008). Van maart 2008 tot september 2012 is Bisschop directeur van het Wartburg College, locatie Revius, te Rotterdam.

Van 1989 tot 2007 is Bisschop namens de SGP actief als gemeenteraadslid te Veenendaal. Van 2003 tot 2011 is hij lid van de Provinciale Staten van Utrecht.

De hersteld hervormde Roelof Bisschop is gehuwd met Christien de Jong, vader van drie zonen en drie dochters, en grootvader van een kleindochter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer