Jobarsynagoge in Damascus ingezet als ruilmiddel
DAMASCUS. De oude Jobarsynagoge in Damascus dreigt vermalen te worden tussen de belangen van de strijdende partijen in Syrië. Het zijn spannende weken voor de beheerders van het monument.
De wereld slaat vol afschuw het onmetelijke menselijk leed in Syrië gade. De burgeroorlog lijkt steeds gruwelijker dimensies aan te nemen. Zeker 120.000 Syriërs lieten reeds het leven. En de internationale gemeenschap worstelt met het probleem van waarschijnlijk zeker 7 miljoen Syrische ontheemden. Het ontbreekt hun vrijwel aan alles.
Door deze menselijke tragedie blijft een ander drama dat zich momenteel in Syrië voltrekt veelal onderbelicht. Dat van de monumenten die verloren gaan.
Syriërs noemden hun land vaak trots de ”moeder van alle beschavingen.” Damascus is de oudste stad ter wereld die ononderbroken werd bewoond. Opeenvolgende beschavingen en culturen lieten in Syrië hun sporen na in de vorm van Romeinse tempels, Byzantijnse kerken en islamitische moskeeën. Al deze monumenten –vele staan op de lijst van de Unesco– worden nu echter leeggeroofd. Criminele bendes die zich hierin hebben gespecialiseerd verkopen deze historische kostbaarheden op de zwarte markt.
Ook tientallen kerken in Syrië werden hier reeds het slachtoffer van. Gouden kandelaren, kostbare perkamenten en boeken en onvervangbare iconen gingen op deze wijze verloren.
Sinds vorige week is duidelijk dat ook de oude Jobarsynagoge in Damascus aan de lijst van ‘slachtoffers’ kan worden toegevoegd. Rond de synagoge spelen echter ook andere belangen een rol.
De Jobarsynagoge was in de middeleeuwen het religieuze centrum van een grote en bloeiende Joodse gemeenschap in Damascus. Maar ook in latere tijden, toen het Jodendom in Syrië al een randverschijnsel was geworden, bleven vrome Joden de Jobarsynagoge in Damascus bezoeken.
Een oude traditie –of legende– vertelt dat de profeet Elia zich op deze plaats verborgen zou hebben om aan zijn vervolging te ontkomen. Het zou hier in Damascus zijn geweest dat Elia zijn opvolger Elisa heeft gezalfd.
Joodse pelgrims lieten daarom in de Jobarsynagoge vaak hun zieken achter, omdat ze geloofden dat de geest van Elia er nog steeds rondwaarde. Die zou de zieken kunnen genezen.
In april van dit jaar brandde de synagoge –volgens de beheerders gebouwd in 720 voor Christus– tot de grond toe af en werd totaal verwoest. Het Syrische regime en de Syrische oppositie beschuldigden elkaar –zoals gebruikelijk– van de verantwoordelijkheid hiervoor. Het Syrische regime ontkende echter en stelde dat gewapende militanten de synagoge in brand hadden gestoken nadat ze deze eerst volkomen geplunderd hadden. De brandstichting had als doel deze roof te verhullen.
Deze laatste versie, die indertijd door vrijwel niemand werd geaccepteerd, lijkt plotseling veel aannemelijker geworden. Zowel Israëlische als Arabische bronnen meldden recentelijk dat een islamitische groepering de Thorarollen en andere Joodse kostbaarheden uit de Jobarsynagoge in haar bezit heeft.
Het zou hier gaan om een islamitische militie die gelieerd is aan de Jabhat al-Nusrabeweging. Deze militie zou behalve ten minste vier Thorarollen ook veel Joods zilverwerk uit de synagoge hebben geroofd.
Via tussenpersonen zou er contact zijn gelegd met het Syrische regime. In ruil voor de uit de synagoge geroofde Joodse kostbaarheden eisen de islamitische extremisten de vrijlating van een onbekend aantal personen die in Syrische gevangenis- sen verblijven. Voldoet het Syrische regime niet aan deze eis , danzullen de Joodse objecten worden vernietigd, luidt de dreiging.
Deze gang van zaken doet denken aan het lot van de ontvoerde religieuzen uit Maalula van wie nu zeker is dat ze in handen zijn van de Jabhat al-Nusrabeweging. In ruil voor hun vrijlating eist de Jabhat al-Nusra onder meer de vrijlating van duizend islamisten uit Syrische gevangenissen. Het christelijke heden en het Joodse verleden worden momenteel in Syrië bedreigd.