Bij invallen in Istanbul en Ankara zijn meer dan 50 verdachten aangehouden, onder wie drie zonen van ministers. Daarop besloten hun vaders afgelopen woensdag ontslag te nemen, net als een oud-minister en de voorzitter van de heersende AK-Partij. Hun opstappen was voor premier Recep Tayyip Erdogan reden om de bezem door zijn kabinet te halen: hij verving woensdagavond 10 van de ruim 20 ministers.

Andere gedetineerden zouden ook lid zijn van Erdogans AK-Partij. Daarnaast zit ook de directeur van de staatsbank Halkbank, Süleyman Arslan, voorlopig achter de tralies. In een schoenendoos in zijn huis vond de politie onlangs 3,29 miljoen euro, zo schrijven Turkse media. Bij een van de opgepakte ministerszonen lag 730.000 euro cash thuis.

De opgestapte minister van Milieu, Erdogan Bayraktar, zegt dat hij door de premier onder druk is gezet om ontslag te nemen. Dat deed hij, maar niet zonder Erdogan uit te dagen en hem op te roepen ook te vertrekken. Volgens Bayraktar wist de premier van de bouwplannen die nu worden onderzocht.

De drie ministers en hun zoons ontkennen iets verkeerd te hebben gedaan. Erdogan haalde vorige week tientallen politiemensen van de zaak af en noemde de aanpak van de vermeende corruptie een „vuile operatie” tegen zijn regering.

Volgens Turkse media zijn de arrestaties mogelijk een gevolg van een conflict tussen de regering en haar vroegere belangrijke bondgenoot, de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die zijn eigen beweging genaamd Hizmet (Dienst) heeft. Die organisatie haalt haar inkomsten uit een netwerk van particuliere scholen, maar de regering smeedde onlangs plannen om ze te sluiten. Hoewel Gülen geen directe democratische, politieke macht heeft, vervullen zijn aanhangers wel belangrijke posities bij de politie en in het justitieel apparaat en de inlichtingendiensten. Gülen ontkent iets te maken te hebben met de corruptiekwestie.