Bij de eerste raming van november, kwam de groei uit op 0,1 procent. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het derde kwartaal met 0,4 procent. Volgens de eerste raming was dat 0,6 procent.

Het gunstigere cijfer komt vooral doordat de exportcijfers van goederen en diensten en de consumptie door de overheid naar boven zijn bijgesteld. De import, de consumptie door huishoudens en de investeringen zijn neerwaarts bijgesteld, aldus het statistiekbureau.

Op de arbeidsmarkt is het herstel echter nog ver te zoeken. Op jaarbasis nam de werkgelegenheid in het derde kwartaal met 160.000 banen af, ofwel met 2 procent. Het gaat om het grootste banenverlies sinds 1995. De banenkrimp is conform de eerste raming van het CBS vorige maand.

Economen waarschuwden vorige maand voor al te veel optimisme. De Nederlandse economie leunt te zwaar op de export, terwijl de binnenlandse vraag achterblijft, concludeerde hoofdeconoom Mark Cliffe van ING. „Die situatie is niet houdbaar omdat de zwakte van de bedrijfsinvesteringen op de langere termijn de exportcapaciteit dreigt te ondermijnen.”

Ook minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) reageerde toen voorzichtig. „Wij zijn er nog niet. Ik ben nog niet opgelucht.” Het dal is nog steeds diep en Nederland kruipt maar langzaam naar boven. „Er is dan ook geen reden voor al te veel optimisme. Zo verdwijnen er nog steeds veel banen, zijn de binnenlandse bestedingen nog laag en verkeren de overheidsfinanciën nog in zwaar weer. Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is nodig om duurzame economische groei te krijgen”, stelde de bewindsman vorige maand.