„Tot de laatste snik alles gegeven”
Zijn Barneveldse bedrijf in handgemaakte keukens had het moeilijk, maar leek bestand te zijn tegen de economische crisis. Tot begin dit jaar de bodem van de orderportefeuille in zicht kwam en de zaak over de kop ging. „Tot de laatste snik heb ik alles gegeven. Ik hoef mezelf niets te verwijten.”
Er zit geen zielig hoopje mens aan tafel. Ondernemer Rien Geluk is opgewekt en nuchter. Slapeloze nachten van het faillissement heeft hij niet gehad. „Piekeren is zinloos, want ’s nachts wordt er toch niet gewerkt.” Niet dat de ineenstorting van zijn zaak hem niet aan het hart ging. „Je begint natuurlijk niet voor niets met een onderneming. Je moet werknemers, toeleveranciers en afnemers teleurstellen. Tot de laatste snik heb ik alles gegeven. Ik hoef mezelf niets te verwijten.”
Geluk begon zestien jaar geleden samen met zijn broer het bedrijf Folietec –producent van foliepanelen– in Barneveld. De ondernemer zag daarnaast kansen voor een bedrijf dat ambachtelijke handgemaakte keukens vervaardigt.
Bergafwaarts
In eerste instantie verhandelt hij de keukens vanuit een showroom, maar verkoop aan consumenten blijkt „niet zijn ding.” Vanaf 2008 levert Geluk zijn producten alleen nog maar aan een groep van 28 dealers. In 2008 begint de crisis. De jaren 2011 en 2012 zijn zwaar, maar Geluk houdt Karakter Keukens op de rails.
„Het eerste kwartaal van dit jaar liep alles nog redelijk gesmeerd en ik heb zelfs nog in m’n zaak geïnvesteerd. Plotseling liep de omzet terug naar 40 procent van wat nodig was. Het ging in rap tempo bergafwaarts. De consument hield de hand op de knip, wilde goedkopere keukens.”
Geluks orderportefeuille raakt leeg. De lonen van zijn werknemers kan hij nog betalen. Een faillissement is echter onvermijdelijk. Het doek voor zijn bedrijf valt op 28 mei. Een curator neemt de touwtjes in handen. „Ik stond aan de zijlijn en moest alles loslaten.” Het uit handen geven van de leiding over zijn bedrijf valt Geluk zwaar.„Vooral omdat de curator besluiten neemt die niet in het belang zijn van werknemers, toeleveranciers en afnemers.”
Moeilijk te begrijpen vindt Geluk de reacties uit zijn omgeving. „Relaties waarmee ik jarenlang zaken heb gedaan, was ik in één klap kwijt. Het enige wat op dat moment voor hen telde was schadebeperking. Meedenken over een mogelijke doorstart was niet aan de orde. Geruchten over de oorzaak van het faillissement gingen een eigen leven leiden. Mensen smulden van de ellende van een ander, maar toonden geen warme belangstelling. Ze praatten er met elkaar over, maar niet met de getroffene. Daardoor kwamen geruchten op gang die kant noch wal raken.”
Het heeft Geluk, lid van de gereformeerde gemeente in Amersfoort, verbaasd dat hij ook uit de kerkelijke gemeente nauwelijks meeleven kreeg. „Christenen zijn net mensen. Het individualisme viert ook in de kerk hoogtij.” Anderzijds deed het Geluk erg goed als iemand belangstelling toonde voor zijn situatie. „Vrienden en bekenden die zomaar even thuis langskwamen om te vragen hoe het met ons gezin ging en of ze iets voor ons konden doen. De wijkouderling toonde warme belangstelling. Ook was er iemand die ons belde en aanbood dat we elke dag bij hem konden eten.”
Watjes
Het stoort Geluk dat de aandacht voor ondernemers in zwaar weer ondermaats is. „Bij een faillissement heeft de buitenwacht allereerst aandacht voor de werknemers die geen baan meer hebben. Niemand vraagt zich snel af hoe het met de ondernemer gaat. Nederland is een land van verwende en klagende watjes. Een werknemer heeft rechten, een ondernemer slechts plichten. Het roer moet om.”
Het faillissement heeft Geluk niet in een teleurgestelde bittere man veranderd. „De situatie zet je wel heel concreet stil bij het leven. Ik ben dankbaar voor alles wat ik nog mag hebben: een lieve vrouw, een fijn gezin, een goede gezondheid en een dak boven mijn hoofd. Het gaat tenslotte maar om één ding. Dat we met Job mogen zeggen: „De Heere heeft gegeven, en de Heere heeft genomen; de Naam des Heeren zij geloofd!””
Dit is het eerste deel in een serie over mensen die in het achterliggende jaar een grote verandering meemaakten.