Wiegel stelt dat alle akkoorden die de coalitie met de drie oppositiepartijen sloot, nog moeten worden uitgewerkt in wetgeving en dat een stabiele meerderheid in Tweede en Eerste Kamer dus nog van groot belang is. Als de verkiezingen voor de gemeenteraden en het Europees Parlement volgend voorjaar voor VVD en PvdA slecht uitpakken, „dan leidt dat tot gedonderjaag” en is een tussenformatie „misschien verstandig”.

D66, ChristenUnie en SGP zouden dan alle drie een minister moeten leveren. „Dat zou de stabiliteit kunnen vergroten en dan weet je helemaal zeker dat je een meerderheid hebt.”

Wiegel blikte ook vooruit op de dag dat premier Mark Rutte het stokje van het VVD-leiderschap overdraagt. Of Rutte na deze kabinetsperiode nog door kan, hangt ervan af hoe de economie zich ontwikkelt, meent Wiegel. Als dat goed gaat, heeft Rutte goede kansen om weer verkiezingen te winnen, maar de „vraag is of hij het moet willen” om nog eens de lijst te trekken. „Maar dat is een overweging die hij zelf moet maken.”

Voor Wiegel is minister van Volksgezondheid Edith Schippers de best mogelijke opvolger van Rutte. „Een vakvrouw, een leuk mens en ook nog spijkerhard.” VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra „zou het zeker ook kunnen” maar Schippers heeft meer ervaring, aldus Wiegel. Hij vindt dat de VVD een nieuwe lijsttrekker en fractievoorzitter moet aanwijzen en niet weer een interne verkiezing moet houden, zoals in 2006, waarbij Rutte uiteindelijk tot partijleider werd gekozen.

Uit de bijna-crisis deze week in de Senaat concludeerde Wiegel nog maar eens dat Rutte en PvdA-leider Diederik Samsom in de formatie „onzorgvuldig” hebben gewerkt door zich niet te verzekeren van een meerderheid in de Senaat. „Gelukkig zijn drie andere partijen hun te hulp gesneld.” De weerstand van PvdA-senator Adri Duivesteijn bleek uiteindelijk niet meer dan „een rimpeling in de hofvijver”, aldus Wiegel.

Wiegel uitte zich bijzonder positief over PvdA-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, die hij „fantastisch” noemde. „Als hij zo doorgaat wordt hij misschien een tweede Drees. Hij is rustig en overtuigend en kent zijn zaken.”