Vergeef ons
Zondag 51, HC
Vergeving der zonden is die wil in God om de uitverkorenen de zonden niet toe te rekenen maar te vergeven, en hun de voldoening van de Middelaar Christus toe te rekenen en hen om die voldoening als rechtvaardig aan te nemen, van de dood te bevrijden en hun het eeuwige leven te schenken.
Die vergeving der zonden heeft God beloofd in het formulier van het Nieuwe Verbond: „Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hunner zonde niet meer gedenken” (Jeremia 31:34); „Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen” (Micha 7:19). Zo leert ook de apostel in Romeinen 4:5-8 dat God de zonden vergeeft als Hij die niet toerekent, maar de goddeloze rechtvaardigt door het geloof, op grond van Psalm 32:1v.: „Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
Welgelukzalig is de mens dien de Heere de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.” Zie ook 2 Korinthe 5:19. God vergeeft niet slechts de zonden of misdaden, maar ook de schuld of de verdiende straf.
Zacharias Ursinus, hoogleraar te Heidelberg (”Schatboek Heidelbergse Catechismus”, 1657)