Minder consumenten winkelen over de grens
Ondanks de invoering van de euro gaan consumenten niet vaker de grens over voor hun inkopen. Van de burgers van de Europese Unie heeft gemiddeld een op de acht (12 procent) de afgelopen twaalf maanden een artikel of een dienst gekocht in een ander land. Een jaar eerder was dat nog 13 procent.
De meeste consumenten kopen liever in eigen land omdat ze de spullen en de verkopers in het buitenland niet vertrouwen. De helft zegt geen reclame te hebben gezien voor winkels in andere EU-landen. De taal is een minder groot probleem, aldus de uitslag van een enquête die de Europese Commissie gisteren heeft bekendgemaakt.
Eurocommissaris Byrne (Consumentenzaken) vindt de uitkomst opmerkelijk. Sommige goederen kunnen in andere landen soms flink goedkoper zijn. „Je zou dan verwachten dat koopjesjagers hun voordeel pakken. Zeker nu de euro het makkelijker heeft gemaakt de prijzen te vergelijken”, aldus Byrne, die meer wil doen om consumenten een groter vertrouwen te geven bij buitenlandse aankopen.
Nederlanders blijken een uitzondering: zij blijken internationaler in te kopen dan het EU-gemiddelde. Van de ondervraagden in ons land kocht 32 procent in de voorbije twaalf maanden in het buitenland. Dit is samen met de Luxemburgers (49 procent) het hoogste percentage van de EU-consumenten. Nederlanders zeggen ook vaker dan gemiddeld reclame van buitenlandse winkels te zien. De kleinste groep consumenten die over de grens kocht, bevindt zich in Spanje (3 procent).
De meeste buitenlandse aankopen zijn gedaan tijdens vakanties en zakenreizen. Minder vaak (29 procent) reisde de consument speciaal voor het artikel naar het buitenland. Bijna geen een EU-consument kocht iets via internet of een catalogus.
De aankopen blijven wel beperkt, zo wijst de enquête uit die in het voorjaar is gehouden onder circa 1000 inwoners per land. Minder dan de helft van de buitenlandse boodschappenreizen kwam boven de 100 euro. Ook bij internetaankopen zijn de meeste rekeningen onder de 100 euro.