Syrië stuurt 22 verdachten van aanslagen naar Turkije
Syrië heeft zondag 22 personen die verdacht worden van betrokkenheid bij de zelfmoordaanslagen in Istanbul overgedragen aan de Turkse autoriteiten. Dat heeft het persbureau Anatolia gemeld.
De verdachten, onder wie een van de sleutelfiguren, zouden kort na de aanslagen op twee synagogen, het Britse consulaat en een Britse bank naar Syrië zijn gevlucht. Bij de vier aanslagen op 15 en 20 november kwamen in totaal 61 mensen om het leven, onder wie de vier daders, allen Turken.
De verdachten worden momenteel ondervraagd. Anatolia haalde een rapport aan van de paramilitaire politie waarin staat dat Hilmi Tugluoglu, een van de hoofdverdachten van de aanslagen, zich onder de 22 personen bevindt, evenals diens echtgenote. Over de precieze rol van Tugluoglu bij de aanslagen is nog niets bekendgemaakt. Bijna zestig mensen zitten nu in verband met de aanslagen vast in Turkije.
De uitlevering van de 22 was mogelijk door een antiterrorismeakkoord tussen Ankara en Damascus. De relatie tussen beide landen was lang slecht omdat Syrië onderdak verleende aan de Koerdische leider Abdullah Öcalan.
Nadat de Turkse regering met oorlog had gedreigd, zette Syrië Öcalan in 1998 het land uit. Twee maanden later arresteerden Turkse agenten hem in Kenia. Hij zit nu een levenslange gevangenisstraf uit.
De Turkse islamitische terreurgroep IBDA-C, die zegt verantwoordelijk te zijn voor de jongste terreuraanslagen in Turkije, is ook actief in West-Europa. Dat blijkt uit een geheim rapport van het Duitse Bundeskriminalamt (BKA), waarop het ARD-programma ”Report München” de hand heeft weten te leggen.
In het rapport staat dat het ”Front van de islamitische strijders van het Grote Oosten” in Europa ongeveer veertig leden heeft in Duitsland, Nederland, Frankrijk, Zweden en Zwitserland. In Duitsland zou de beweging in acht steden cellen hebben.
De Nederlandse inlichtingendienst AIVD maakte in 1998 melding van aanwezigheid van een IBDA-C-organisatie in West-Europa. In haar rapport schreef zij dat in Nederland toen geen formele structuren van de organisatie waren waargenomen, alleen enkele sympathisanten.
Volgens het BKA zijn er in Duitsland enkele honderden sympathisanten van IBDA-C. Het BKA noemt de beweging „extreem bereid om geweld te gebruiken.” In april 2001 heeft IBDA-C een aanslag gepleegd op het Turkse consulaat in Düsseldorf. Zij zou dreigen met nieuwe aanslagen.
IBDA-C streeft naar een islamitische federatie. De extremisten van deze groepering gebruiken gewapend verzet om dit doel te bereiken. De radicale organisatie is sinds de jaren zeventig in Turkije actief. De IBDA-C beschouwt het bestaan van de Turkse republiek als illegaal.