Analyse: Duitsland krijgt de regering die niemand wilde
BERLIJN. Voor de derde keer na de Tweede Wereldoorlog krijgt Duitsland een regering van de twee grootste partijen CDU/CSU en SPD. Deze zogeheten grote coalitie was de variant die geen van de partijen eigenlijk wilde.
De vorming van de nieuwe regering is in elk geval een toonbeeld van Duitse discipline. Al kort na de verkiezingen eind september werd 17 december genoemd als datum voor de verkiezing van de kanselier in de Bondsdag. En zo kwamen de aankondigingen van de benoemingen de afgelopen dagen niets te vroeg en niets te laat.
Het is de vraag of deze strakke planning iemand verrast. De twee partijen waren tot elkaar veroordeeld. De christendemocratische CDU/CSU van bondskanselier Merkel was zo succesvol bij de verkiezingen dat ze haar geliefde liberale partner FDP gewoon opzoog. Veel mensen die de FDP in 2009 aan een monsterzege hielpen, stemden nu op Merkel. Zodoende bleef de FDP vlak onder de kiesdrempel van 5 procent.
Dat zou nog niet zo erg zijn geweest als de CDU/CSU meer dan 50 procent van de zetels in de Bondsdag zou hebben gekregen, zoals in september in Beieren gebeurde. Maar daarvoor kwam Merkel een handvol zetels tekort. Dat maakte een coalitie noodzakelijk.
Verwarring
Sommige CDU’ers zouden misschien het liefst met de Groenen in zee zijn gegaan. Ook de christendemocraten zien het belang van milieuvriendelijk beleid, bijvoorbeeld op het gebied van energie. Binnen de Groenen bestaat ook –waarschijnlijk meer dan bij de kleine linkse partijen in Nederland– gevoel voor de ethische dimensies van beleid.
Probleem is echter dat de Groenen bij de verkiezingen zo’n klap kregen dat de partij sterk in verwarring is. Vlak voor de verkiezingen werd bekend dat enkele partijprominenten in de jaren tachtig pleitten voor de mogelijkheid van seksueel contact met kinderen, en die onthulling speelde de Groenen parten.
Tijdens de campagne gingen Merkel en Steinbrück (SPD) vragen over een grote coalitie steeds uit de weg. Dat was de regering „die niemand wilde”, zei de bondskanselier telkens. En juist deze variant is het dan geworden.
In Nederland is het heel normaal dat de twee grootste partijen samen een regering vormen. In het naoorlogse Duitsland is dat echter altijd gemeden. Door het kiesstelsel kwam er meestal ook zo’n uitslag dat de grootste partij met een kleine groepering een meerderheid kon krijgen. Bovendien staan grote coalities bekend als vechtkabinetten, waarschijnlijk omdat beide partijen de pretentie hebben het land wérkelijk te vertegenwoordigen.
Wetenschappers zeggen echter dat de grote coalities in het verleden qua beleid steeds minstens zo productief zijn geweest als andere regeringen. Ook het huidige regeerakkoord is in dat opzicht hoopgevend. Beide partijen hebben elkaar ruimte gegeven. CDU/CSU is zelfs akkoord gegaan met de invoering van een minimumloon (hoewel pas in 2017). De SPD heeft geaccepteerd dat de Bondsrepubliek vanaf 2015 geen nieuwe schulden meer mag maken, terwijl er ook geen nieuwe belastingen komen.
Defensie
De nieuwe ministersploeg is evenmin heel erg verrassend. Of het zou moeten zijn dat de sociaal getinte Ursula von der Leyen naar het mannenbolwerk op Defensie gaat.