Ons dagelijks brood
HC, zondag 50
Wij bidden om alle lichamelijke goederen die voor dit leven nodig zijn, zoals voedsel, spijs, kleding, goede gezondheid, vrede in de samenleving, en ook om een zalig gebruik daarvan. Want het woord ”brood” betekent in het Hebreeuws al die dingen, door een figuurlijke spreekwijze, die in de Schrift worden genoemd: „In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten” (Genesis 3:19, Psalm 41:10). Dat houdt ook het zalig gebruik van het gebed in. Christus heeft al die goederen onder het woord ”brood” samengevat opdat Hij onze begeerten aan banden zou leggen en ons leren zou dat wij niets anders moeten begeren dan brood, dat wil zeggen alleen de dingen die nodig zijn om het leven te onderhouden en om God en onze naaste in ons beroep, hetzij in het algemeen of in het bijzonder, te dienen en opdat Hij ons zou leren dat wij niet alleen God bidden moeten om de nodige dingen, maar ook om een zalig gebruik ervan. Want wat baten ons die, als ze geen brood zijn, en ook geen brood, dat ons zalig is?
Zacharias Ursinus hoogleraar te Heidelberg
(”Schatboek Heidelbergse Catechismus”, 1657)
De Heidelbergse Catechismus bestaat 450 jaar. De meditatie komt iedere zaterdag uit het ”Schatboek”, een verklaring van de catechismus. >>rd.nl/hc450