Deze componist was van 1869 tot 1888 organist van het beroemde Bätzorgel van de Utrechts dom. Het eveneens eerbiedwaardige orgel van de Utrechtse Jacobikerk heeft met name door het Rugpositief van orgelmaker Meere uit 1823 de nodige klankkleuren om ook deze romantische muziek overtuigend tot klinken te brengen en de ”Fantasie Tooverfluit” gedijt dan ook uitstekend op het instrument. Zowel het orgel als de titularis, Gerrit Christiaan de Gier, is hier op z’n best: spannende registraties, mooie lange lijnen en op z’n tijd leuke melodische en harmonische verrassingen. Het stuk blijkt hier overigens z’n cd-première te krijgen!

Het Garrels/Meereorgel wordt verder tot klinken gebracht in transcripties van Vivaldiconcerti en het Adagio und Rondo van Mozart. Het middendeel van de cd wordt ingevuld op het delicate kabinetorgel van Hess, dat eveneens in de Utrechtse Jacobikerk te vinden is. De Gier speelt hier terecht werken uit de late barok en de rococo op, maar de lichtvoetige werkjes van onder anderen W. F. Bach en Händel worden mijns inziens iets te zwaar aangezet. Je krijgt zomaar het idee dat er behoorlijk hard gewerkt wordt, terwijl de Spielfreudigkeit er wat meer af zou kunnen spatten.

De opname is voortreffelijk, het alleen in het Nederlands opgestelde cd-boekje had wat mij betreft iets stijlvoller vormgegeven kunnen worden. Een kleurrijke cd, waarbij met name het grote orgel door zijn vaste bespeler fraai wordt neergezet.

Beroemde klassieken in de Jacobi – Gerrit Christiaan de Gier bespeelt het Garrels/Meere-orgel en het Hess-kabinetorgel in de Jacobikerk te Utrecht; VDGRAM-Records (VDG20130621); € 12,-; bestellen: www.jacobiconcerten.webklik.nl