De PvdA’er dreigt volgende week als enige van zijn fractie in de Senaat tegen de verhuurdersheffing voor woningcorporaties te stemmen, die onderdeel is van het eerder dit jaar door het kabinet gesloten woonakkoord met D66, ChristenUnie en SGP. Duivesteijn vindt dat de opbrengst van de heffing niet, zoals in dit akkoord is bepaald, naar de schatkist moet, maar in de sector moet blijven. Een tegenstem van Duivesteijn zadelt niet alleen de coalitie op met een nieuw gat van 1,7 miljard euro, maar maakt het ook lastiger voor VVD en PvdA om met de oppositie tot nieuwe akkoorden te komen. Achter de schermen is daarom de afgelopen maanden druk uitgeoefend op Duivesteijn om hem op andere gedachten te brengen, maar volgens ingewijden toont hij zich onvermurwbaar.

Net als bij het in oktober gesloten begrotingsakkoord is er ook bij het woonakkoord sprake van de kleinst mogelijke meerderheid (van 38 zetels) in de Senaat. Nu een van de twee coalitiepartijen zich niet aan de in februari gemaakte afspraken met D66, CU en SGP lijkt te houden, weerhoudt dat die partijen –en ook CDA en GroenLinks– ervan om extra bezuinigingen te steunen die nodig zijn voor het bereiken van een pensioenakkoord. Het kabinet onderhandelt al weken met deze fracties over een versobering van de jaarlijkse fiscaalvrije pensioenopbouw die 
3 miljard moet opleveren. Een voorstel om de opbouw te verlagen van 2,15 naar 1,75 procent van het inkomen sneuvelde onlangs in de Senaat, waar VVD en PvdA geen meerderheid hebben. De partijen lijken elkaar weliswaar te kunnen vinden in een aanpassing naar 1,85 tot 1,90 procent, maar voor de ruim 0,5 miljard euro die het kabinet hierdoor misloopt moet nog een alternatief worden gevonden. De oppositiefracties zijn er echter huiverig voor nieuwe bezuinigingen te steunen, als de kans bestaat dat de afspraken de eindstreep in de Senaat niet halen.