Economie

Uitleg: Europese landen onderhandelen over bankenunie

BRUSSEL. In Brussel onderhandelen de EU-landen over de aanpak van probleembanken in de toekomst. Maandag en dinsdag vergaderden de ministers van Financiën. Volgende week donderdag is er een top van de regeringsleiders. Die proberen dan knopen door te hakken. Vijf vragen over de bankenunie.

Arie de Rooij
10 December 2013 17:34Gewijzigd op 15 November 2020 07:36
De Spaanse minister van Economie Luis de Guindos (l.) en minister Dijsselbloem voor de vergadering van de eurogroep. beeld EPA
De Spaanse minister van Economie Luis de Guindos (l.) en minister Dijsselbloem voor de vergadering van de eurogroep. beeld EPA

Wat houdt die op te richten bankenunie in?

Als onder de beoogde constructie een bank in moeilijkheden raakt, wordt er niet meer op nationaal, maar op Europees niveau ingegrepen. Er kunnen immers, door de nauwe onderlinge verwevenheid, ernstige gevolgen optreden tot ver over de grens, die het hele internationale financiële systeem in gevaar brengen.

Verder zijn er regels in de maak die voorkomen dat een overheid en daarmee de belastingbetaler, zoals tot nu toe, de rekening gepresenteerd krijgt van een reddingsoperatie.

De regeringsaanvoerders hebben in juni 2012 besloten tot de vorming van een bankenunie. Nu zijn we in de fase van de uitwerking van dat plan.

Hoe staat het met de voortgang in de besluitvorming?

Het bouwwerk wordt stapsgewijs opgetrokken. Inmiddels ligt vast dat per 1 november volgend jaar de Europese Centrale Bank (ECB) het toezicht op ongeveer 130 grote banken overneemt van de nationale autoriteiten, bij ons De Nederlandsche Bank (DNB). Dat gemeenschappelijk toezicht fungeert als de eerste pijler. Vooraf vindt er uitgebreid onderzoek plaats, met een zogeheten stress­test, naar de gezondheid van die financiële concerns. Treden er zwakke plekken aan het licht, dan moet de betrokken onderneming de balans versterken door kapitaal aan te trekken, eventueel met een beroep op overheidssteun.

Waarover gaan de onderhandelingen van dit moment?

Die hebben betrekking op de vraag hoe, als het toezicht van de ECB eenmaal functioneert, er precies gehandeld zal worden in de situatie dat een bank dreigt om te vallen. We hebben het in dit verband over een resolutiemechanisme. Hoe zit het met de bevoegdheden, hoe luiden de procedures en welke partijen brengen het geld op dat nodig is? Premier Rutte constateerde afgelopen vrijdag dat er nog „heel veel open eindjes” zijn in het debat. De grote lijnen tekenen zich echter wel af.

Wat is straks de gang van zaken als een bank wankelt?

Een raad, met een onafhankelijke voorzitter en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie, de ECB en de betrokken nationale toezichthouder, komt bijeen en bekijkt wat de voorkeur verdient: een faillissement of de bank overeind houden, met alle bijbehorende maatregelen, bijvoorbeeld verkoop van het hele bedrijf of van onderdelen.

Welke instantie uiteindelijk het finale besluit neemt, daarover bestaat tot dusver geen overeenstemming. De meeste regeringen zijn er voorstander van om de Europese Commissie het laatste woord te geven. Vooral Duitsland wil via de ministerraad de lidstaten laten beslissen. Die route zal echter de snelheid van het proces niet bevorderen en om onrust te vermijden dient er vaak binnen een weekend helderheid te worden verschaft. Hoe dan ook, de nationale regeringen verliezen de zeggenschap over de eigen banken bij zo’n crisis.

En wie draait er in de toekomst op voor de rekening?

Er zal om te beginnen sprake zijn van een zogenoemde bail-in. Dat betekent dat voorop de aandeelhouders, beleggers in achtergestelde en ook gewone obligaties en spaarders met tegoeden boven 100.000 euro, via een afwaardering van hun vorderingen, een flinke bijdrage leveren. Dat scenario paste Europa eerder dit jaar al toe om de problemen binnen de financiële sector op Cyprus het hoofd te bieden. Pas daarna valt er te praten over een kapitaal­injectie van buitenaf, aan te duiden als een bail-out.

Daarbij verschijnt het resolutiefonds in beeld. Dat wordt in tien jaar tijd opgebouwd. De Europese banken storten er in totaal zo’n 55 miljard euro in. Voor het zover is, zullen eventueel de overheden moeten bijspringen. Een heikele kwestie is of het bij een reddingsactie zal gaan om de inzet van gezamenlijke middelen of dat we mogen spreken van een netwerk van nationale spaarpotten, waarbij die van het land waar het noodlijdende concern is gevestigd het eerst wordt aangewend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer