Sinds de radicaalislamitische Sélékabeweging in maart de door christenen gesteunde president François Bozizé verdreef, is het land ten prooi aan chaos. De Sélékarebellen, die deels uit het naburige Tsjaad en de Sudanese regio Darfur komen, trekken plunderend en moordend door het land.

Christenen, die voor hun leven vrezen, hebben eigen verdedigingsgroepen samengesteld, de ”anti-Balaka” (letterlijk: anti-zwaard), maar die schuwen soms evenmin grof geweld. Daardoor escaleert de situatie steeds meer. In Bangui nemen de plunderingen en terechtstellingen toe, dagelijks worden christenen en moslims op grote schaal vermoord. Waarnemers spreken van een dreigende volkenmoord.

De Bijbelvertaler Elisée Zama werd begin december doodgeschoten, toen hij zijn gezin naar het internationale vliegveld van Bangui wilde brengen. Duizenden mensen zijn daarheen gevlucht, omdat Franse soldaten daar voor de veiligheid zorgen. Woordvoerders van de verschillende kerken hebben om snelle humanitaire en militaire hulp van de internationale gemeenschap gevraagd.

Van de ongeveer 5 miljoen inwoners van de Centraal-Afrikaanse Republiek –een van de armste landen van Afrika– is ongeveer 25 procent christen, 15 procent moslim. De overigen hanger de natuurreligies aan.