Beruchte Beul van Teheran overleden
Ayatollah Sadeq Khalkhali, aanklager, rechter en beul van de Iraanse islamitische revolutionaire rechtbanken die na de val van sjah Reza Pahlavi in 1979 werden opgericht, is woensdagavond in een ziekenhuis in Teheran overleden. Het staatspersbureau IRNA heeft dat donderdag gemeld.
Khalkhali, die 77 werd, was berucht om het gemak waarmee hij honderden zogenaamde contrarevolutionairen en drugshandelaren ter dood veroordeelde. Sommige processen duurden maar een paar minuten. Toen Nematollah Nasiri, het hoofd van de geheime politie Savak onder de sjah, voor hem verscheen, pakte Khalkhali een pistool en schoot hem dood.
Oud-premier Abbas Hoveida verscheen twee keer kort voor de rechter, die hem naar buiten leidde, waarna een schot klonk en Khalkhali in de rechtszaal terugkeerde met de mededeling dat het vonnis was voltrokken. Hoveida werd met een kogel in het achterhoofd gedood. Het is niet bekend wie de trekker overhaalde.
In zijn in 2000 verschenen autobiografie schreef Khalkhali, ook wel de Beul van Teheran genaamd, dat hij 85 leden van de regering en de veiligheidsdiensten van de sjah ter dood had veroordeeld, maar volgens anderen heeft hij honderden, zo niet duizenden mensen zonder eerlijk proces ter dood laten brengen.
Khalkhali zei dat de grondlegger van de islamitische republiek, ayatollah Ruhollah Khomeini, hem uitgebreide volmachten had gegeven die hij toentertijd ook moest gebruiken. „Ik vond en vind nog steeds, dat alle leden van het parlement en de senaat van de sjah en alle provinciale gouverneurs en generaals ter dood veroordeeld hadden moeten worden, maar dat is maar met een paar van hen gebeurd. De meesten hebben het land verlaten”, schreef hij.
Later was Khalkhali in het parlement voorzitter van de commissie buitenland. Hij moest uiteindelijk aftreden omdat hij niet kon verantwoorden wat er gebeurd was met de miljoenen die van drugshandelaren in beslag waren genomen of aan geldboetes waren geïnd.