Buitenland

Hulp bij zelfdoding een Europees mensenrecht?

Diane Pretty, een 43-jarige inwoner van het Engelse Luton, eist voor het Europese Hof van de Rechten van de Mens dat haar man toestemming krijgt haar te doden.

25 January 2002 21:53Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

Ze lijdt aan een steeds erger wordende spierziekte, waardoor ze helemaal verlamd is en geen zelfmoord meer kan plegen. De Engelse zelfdodingswet uit 1961 verbiedt haar man, Brian Pretty, echter om haar erbij te helpen.

Diane Pretty probeert al vanaf augustus het recht op hulp bij zelfdoding bij Britse rechtbanken af te dwingen. „Nu behalve mijn verstand alle andere lichaamsfuncties zijn weggevallen, moet de rechtbank weten dat ik het recht wil hebben het moment van mijn dood zelf te kiezen”, zei ze. Inmiddels kan ze ook al niet meer spreken.

Het hooggerechtshof wees het verzoek echter niet toe. „Doden uit medelijden is ook doden voor de wet”, luidde het vonnis. Ook bij het Hogerhuis, het hoogste rechtsprekende college, kreeg ze niet wat ze vroeg.

Nu klaagt mevrouw Pretty, bijgestaan door enkele organisaties voor vrijwillige euthanasie, de Britse overheid aan bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is een instelling van de Raad van Europa, een mensenrechtenorganisatie waarvan 43 landen lid zijn. De Raad en het Hof werken op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) uit 1950. De Raad van Europa heeft niets te maken met de Europese Unie.

Woordvoerder Emma Hellyer legt uit hoe men een zaak voor het Europese Hof kan krijgen. „Een klager gaat eerst door alle nationale gerechtelijke instanties. Als hij meent dat de nationale wetten in strijd zijn met het EVRM, kan hij bij het Hof een klacht tegen de regering van dat land indienen.”

Wie kunnen een klacht bij het Hof indienen?
„Het Europees mensenrechtenverdrag beschermt iedereen in het rechtsgebied van de landen die het verdrag hebben goedgekeurd. Ook mensen die geen inwoner van die landen zijn. Verder kunnen staten klachten tegen elkaar indienen.”

Wat is de klacht van mevrouw Pretty?
„In de eerste plaats zegt Diane Pretty (op grond van artikel 3) dat de Britse overheid haar achterlaat in een onmenselijke toestand als haar man geen recht op hulp bij zelfdoding krijgt.

Verder meent ze dat het recht op leven (in artikel 2) geen plicht tot leven is en dus logischerwijze een recht op sterven inhoudt.

Ten derde zegt ze dat dit verbod in de Engelse wet (in strijd met artikel 8) een inmenging in haar familieleven is.

Ook voert ze aan dat het recht op zelfdoding en hulp daarbij (volgens artikel 9) behoort tot de vrijheid van het geweten en het recht om naar dat geweten te leven.

Ten slotte ervaart ze het verbod op hulp bij zelfdoding (in strijd met artikel 14) als discriminerend, omdat ze door haar ernstige ziekte alleen met hulp van iemand anders zelfmoord kan plegen, terwijl andere mensen die hulp niet nodig hebben.”

Zijn er ooit vergelijkbare zaken voor het Hof geweest?
„Voorzover ik heb kunnen nagaan niet.”

Worden de uitspraken van Britse rechters automatisch vernietigd als het Hof bepaalt dat de rechten van mevrouw Pretty inderdaad zijn geschonden?
„Nee, wij zijn geen hof van beroep. Door het EVRM te ondertekenen, verplicht elke regering zich besluiten van het Europese Hof uit te voeren. Meestal door een wetswijziging. Als een regering beslissingen van het Hof naast zich neerlegt, krijgt ze te maken met politieke druk uit de Raad van Europa. Tot nu toe heeft de Britse regering besluiten altijd opgevolgd.”

Kan een uitspraak van het Hof in deze zaak consequenties hebben voor de Nederlandse euthanasiewet?
„Als het goed is, zijn alle normen van het EVRM in de Nederlandse wetgeving verwerkt. De Nederlandse politiek zou moeten bepalen of men iets met zo’n uitspraak doet. Wij kunnen er pas iets over zeggen als Nederland op grond daarvan wordt aangeklaagd.”

Wanneer doet het Hof uitspraak?
„Omdat de aanklager een terminale patiënt is, willen we de zaak versnellen. De Britse regering moet daar nog mee akkoord gaan. Londen heeft in elk geval tot 19 februari de tijd om stukken in te leveren. Daarna wordt bepaald of de zaak ontvankelijk is en volgt mogelijk een uitspraak. Hopelijk is de zaak voor april afgerond.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer