Nabestaande wil familie niet in digitaal monument
Mevrouw R. Bresser–Dukker uit Soest wil haar familie niet in het Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland. Ze spande daartoe donderdag een kort geding aan tegen de gelijknamige stichting. De stichting werkt onder leiding van professor I. Lipschits aan een website met ruim honderdduizend biografieën van joden die in de oorlog zijn omgekomen.
Bresser–Drukker verloor een groot deel van haar familie tijdens de Tweede Wereldoorlog: haar vader, grootouders, ooms, tantes, neven en nichten. Dat hun gegevens, een beschrijving van hun leven en bezittingen straks op internet staan, vindt ze een vreselijke gedachte. „Twee keer verkeerd klikken en je staat tussen de porno", vult haar man aan.
Stichting Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland heeft ruim 2 miljoen euro beschikbaar voor het monument op internet. Het project wordt gefinancierd door de Nederlandse verzekeraars.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdienden de verzekeringsmaatschappijen veel geld aan de joodse polissen. Hiervoor is een schadevergoeding betaald aan de joodse gemeenschap. Daarnaast wilden de verzekeraars nog een gebaar maken door het digitale project te bekostigen.
De familie van mevrouw Bresser–Dukker uit het digitale monument laten is voor prof. Lipschits geen optie. „Als ik niet kan achterhalen wie een persoon is, voel ik me falen. Ik kan die persoon dan niet gedenken. Ik sta mevrouw Bresser niet toe dat ik haar vader niet kan gedenken", zei Lipschits donderdag bij de voorzieningenrechter in Amsterdam.
De rechter opperde de optie het verzoek van mevrouw Bresser–Dukker om haar familie buiten het monument te houden op te nemen op de website. Zo zouden de familieleden toch worden genoemd, maar zonder verdere omschrijving. Lipschits zag er niets in. Hij stelt dat het monument moreel en juridische geoorloofd is. „Het is het algemeen belang. Daarbij kunnen we niet toegeven aan een individueel bezwaar."
De rechter doet op 11 december uitspraak.