Vissersorganisaties slaan handen ineen
DE STEEG. De Nederlandse kottervissers gaan één landelijke belangenorganisatie oprichten. Dat hebben vertegenwoordigers van vijf zogenoemde producentenorganisaties (PO’s) en de Nederlandse Vissersbond vrijdag besloten.
De nieuwe koepel opereert voorlopig onder de vlag van de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO). In dat verband werken de betrokken organisaties al langer samen op het gebied van certificering voor duurzaamheidslabels zoals Marine Stewardship Council en Friend of the Sea.
De samenwerking wordt nu uitgebreid met onderwerpen zoals nationaal en internationaal visserijbeleid, ruimtelijke ordening, marketing, sociale en technische zaken, promotie en beheer van visbestanden. De nieuwe organisatie „wil een toonaangevende speler in Europa worden op het gebied van vis, schaal- en schelpdieren.”
De PO’s die zich aansluiten zijn Delta Zuid, West, Wieringen, Texel en Urk. Wellicht komt daar PO Rousant van garnalenreder Matthijs van der Ploeg uit Zoutkamp nog bij, zei CVO-voorzitter Jaap Hennekeij vanmorgen. „Daar hebben we deze week een gesprek mee.”
De juridische vorm van de samenwerking wordt de komende weken uitgewerkt. Uiterlijk in februari moet dat leiden tot definitieve besluitvorming. VisNed, de huidige koepel van de zes PO’s, kan dan worden opgeheven.
Vier jaar geleden mislukte een poging om de toenmalige Federatie van Visserijverenigingen –voorloper van VisNed– en de Nederlandse Vissersbond samen te voegen. Volgens Hennekeij is de noodzaak tot samen optrekken sindsdien alleen maar groter geworden. „Het aantal schepen is fors teruggelopen, de Europese regelgeving neemt toe en de rentabiliteit van de kottervisserij staat onder druk. De leden hebben druk op hun organisaties uitgeoefend om de belangenbehartiging efficiënter te maken.”
Volgens Hennekeij telt Nederland nog ongeveer 150 garnalenkotters en 100 andere kotters. Daarnaast zijn tientallen kotters van Nederlandse eigenaren in andere EU-landen geregistreerd.