André Krouwel: de doctor die bijna mislukte als mavoklant
Het christendom staat voor bevlogenheid en goed onderwijs, maar het moet wel getemd worden, meent dr. André Krouwel. De man achter Kieskompas hoopt dat dit met de islam ook zal gebeuren. De Arabische lente wekte hoop, maar stelde teleur. Moslims moeten zich spiegelen aan christenen, maar dan liefste wel moderne.
Toen André Krouwel op de universiteit bleef hangen om een proefschrift te schrijven, dacht zijn oma dat hij zwakbegaafd was. „Geeft niet, hoor”, zei ze geruststellend, „jij doet gewoon wat langer over school.”
Krouwel schatert nog als hij het vertelt. Hij snapt heel goed hoe grootmoeder op die gedachte was gekomen. Op de mavo was hij beslist geen uitblinker. „Ik ben drie keer van school gestuurd.”
Op de mavo waren wel docenten die zagen dat hij wilde nadenken. Toen hij zijn diploma had, ging hij door naar de havo en vervolgens naar het atheneum. Om uiteindelijk te promoveren in de politicologie. „Moet je nagaan: met de hakken over de sloot de mavo halen en uiteindelijk een cum laude voor het proefschrift krijgen.” Binnenkort hoopt hij hoogleraar te zijn.
Krouwels ouders wisten dat scholing het middel was om hogerop te komen. Die kans hadden zij zelf nooit gehad. „Het gaf dus jarenlang conflicten toen ik niet aan het huiswerk te krijgen was.”
Inmiddels is Krouwel synoniem aan Kieskompas, een internetprogramma dat tijdens verkiezingscampagnes stemhulp biedt. Ongeveer een kwart van de miljoenen mensen die op de stellingen reageren, gaat twijfelen aan de aanvankelijke voorkeur.
Kieskompas heeft dus invloed op de stembusuitslag. Partijen zouden misschien best geld willen bieden om zo veel mogelijk adviezen in hun richting te krijgen. „De kern van ons werk is geloofwaardigheid. We zijn niet zoals de stomwijzer.”
Zelf zat hij voor de PvdA in een Amsterdamse deelraad. „Sommige mensen denken dat Kieskompas daarom de PvdA bevoordeelt. Anderen vrezen dat wij het CDA en de ChristenUnie voortrekken, omdat wij aan de VU zitten. De leden van ons team zijn natuurlijk veel te verschillend om het eens te worden over zo’n manipulatie.
Bovendien moet je niet vergeten dat wij in ruim veertig landen werken. Als ik daar kom, ken ik de meeste partijen niet eens.”
Kun je onderzoek doen in een land dat je niet kent?
„Wij werken met lokale wetenschappelijke teams. Onze opdrachtgevers, zoals media, hebben een enorme kennis van de situatie. In Jemen en Turkije, Egypte en Tunesië zijn het de lokale teams die stellingen ontwikkelen en partijen plaatsen op basis van verkiezingsprogramma’s. Op die manier richten wij Kieskompas in.”
U werkt bij een universiteit. Wat is de wetenschappelijke waarde van dit werk?
Krouwel draait zijn laptop en toont een grafiek. „Dit gaat over de vraag ”Wie acht u de beste premier van Nederland?” uit de jongste verkiezingscampagne. Je ziet dat Rutte en Pechtold doorlopend hoog zitten. CDA-leider Buma begon laag en zakte alleen maar. Roemer zie je ook dalen. Maar er is één lijn die schoksgewijs omhoogschiet: PvdA-leider Samson. Intussen zat Maurice de Hond nog op televisie te kwebbelen dat de SP de grootste zou worden.
Wetenschappelijk is van belang dat wij opinies analyseren. Bijvoorbeeld de verschillen tussen CDA- en CU-stemmers. Wij proberen erachter te komen wat er achter de stemkeuze zit.
Vanouds werd alleen na de verkiezingen een kleine steekproef genomen. Enkele vragen zijn al vanaf de jaren zestig dezelfde. Er zitten ook domme vragen tussen, maar die worden gehandhaafd omdat je anders geen doorgaande ontwikkelingen kunt bekijken. Wij passen onze vraagstelling regelmatig aan. Bovendien peilen wij doorlopend.
GroenLinks heeft ons gevraagd om te helpen achterhalen wat er mis ging in hun campagne. Het probleem is dat telkens een groot deel van hun kiezers wisselt. Vaak zijn dat jongeren die nog weinig hebben gestemd. Die hebben een zwakke loyaliteit. Zodra er ruzie is, blijven ze weg.”
Betaalt GroenLinks voor zo’n analyse?
„Jammer genoeg niet. Maar ik gebruik de resultaten wel weer voor een artikel.
In de vele gegevens die wij door de jaren hebben verzameld, zit meer dan we er hebben uitgehaald. Vergelijk het met een brok graniet. Michelangelo hakte daar een prachtig beeld uit. Naar dat soort Michelangelo’s zijn we op zoek.”
Kieskompas is een bv. Waar komt het geld vandaan?
„Van onze opdrachtgevers. Bijvoorbeeld mediapartners of universiteiten. Er zijn ook organisaties die ons vragen te helpen debatten te organiseren, zoals nu Oxfam Novib in Egypte. Ook vragen we subsidies aan.
Voor de academische wereld zijn we vernieuwend. Als vroeger aan de universiteit iets werd uitgevonden, verdiende het bedrijfsleven eraan. Nu moet de wetenschapper die uitvinding zelf maar verzilveren. Als Kieskompas jaarlijks mijn salaris –plus een toeslag van 40 procent– aan de VU kan betalen, mag ik in ruil daarvoor buiten spelen. De afgelopen zeven jaar is dat gelukt.”
Uw medewerkers zijn nu al bezig gegevens te verzamelen voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Kunt u ook gerichte analyses doen in bijvoorbeeld de biblebelt?
„Ja. Ik ben wel nieuwsgierig naar de waardering van de eerste vrouwelijke SGP-lijsttrekker in Vlissingen.”
U zegt weleens dat u tot de kletsende klasse behoort. Hoe geraak je daartussen?
„Ik denk dat het 80 procent beschikbaarheid is en 20 procent kennis. Ik zie het ook wel als mijn taak mee te doen aan het publieke debat. Voor de zichtbaarheid van Kieskompas is dat belangrijk.
Bovendien zijn we als VU goed bereikbaar. De grootste kenner van kiesgedrag is prof. Kees Aarts in Enschede. Maar dat ligt te ver weg van Hilversum.”
Heeft bekendheid ook een schaduwkant?
„Ja. Je moet ertegen kunnen dat mensen over je liegen. Pas heeft weer een journalist –op basis van onjuiste gegevens– geschreven dat ik alles doe om in de media te komen. De gedachte dat je alle mediaoptredens voor jezelf doet, is gek. Mensen zien je een paar minuten op tv, maar het kost je een hele avond. Iemand die alleen aan zichzelf denkt, gaat liever sporten of uit eten.”
Toch schuwt u ook het vuurwerk niet, met opmerkingen over Maurice de Hond en de „stomwijzer” in plaats van de StemWijzer.
Lachend: „De stomwijzer is een bestaand programma op internet. Zoek maar op. Ik heb me enorm gestoord aan de slechte kwaliteit van de StemWijzer. In reactie daarop hebben wij Kieskompas ontwikkeld.
Wat Maurice betreft: ik heb vijf jaar voor hem gewerkt, en weet dus dat hij géén representatief onderzoek doet. Wat hij op tv doet, is vaak gewoon liegen.”
Hebt u dit altijd al willen worden?
„Nee joh. Ik wilde sportleraar worden, maar de sportacademie dacht daar anders over. Bovendien kom ik uit het dorp Vianen. Ik dacht in mijn jeugd niet dat ik op televisie zou uitleggen hoe kiezersstromen eruitzien. Er was toen ook nog geen internet.
Ik wist altijd wel waar ik heen wilde. Nu heb ik soms te maken met weerstand. Veel wetenschappers denken dat commercieel geld vuiler is dan geld van de staat. Ik houd ervan tegen de wind in te fietsen. Dan voel je je spieren tenminste.”
Had u altijd al een levensdoel?
„Toch wel. Toen de Muur viel, dacht ik: Nu moet ik daar gaan werken. En dat heb ik gedaan, in Servië, Roemenië, Bulgarije en Macedonië. Dat gevoel had ik in 2011 opnieuw bij de Arabische lente. Ik zag dat de mensen de onderdrukking niet meer pikten.”
Tijdens de Arabische opstanden uitte u zich in de media optimistisch. Bent u dat nog?
„Integendeel, ik ben enorm teleurgesteld. Er is geen enkel land dat enig succes laat zien. Neem alleen Egypte. Ik vergeleek de moslimbroederschap met het CDA. Goeie mensen, en niet zo corrupt. Maar Morsi bleek geen Mandela, die zijn land zonder rancune meenam naar democratie.
Marokko is een theocratie. Een journalist mag daar geen vragen stellen over de macht van de koning.” Krouwel lacht: „Wij hebben tijdens ons onderzoek gevraagd: Vindt u dat het parlement meer macht moet krijgen?
Ik verwachtte vernieuwing in de islam. In West-Europa ervaart de christendemocratie geen tegenstelling meer tussen de godssoevereiniteit en de volkssoevereiniteit. Ze heeft afgeleerd andersdenkenden de wet voor te schrijven. Ik dacht dat dit ook bij moslims doorbrak. Inmiddels weet ik dat ik dat waarschijnlijk niet meer meemaak.”
Leidt deze teleurstelling tot twijfel aan uw eigen inschattingsvermogen?
„Nee. De mensen dáár hadden verwachtingen. Wel moet ik zeggen dat ik geneigd ben te geloven dat mensen iets tot stand kunnen brengen. In Oost-Europa heeft men een slag gemaakt. Boekarest ziet er nu echt anders uit dan in 1993, toen ik daar kwam. Men heeft het lot in eigen hand genomen.”
Wat is uw mensbeeld?
„Dat is gevormd door het ouderlijk huis. Bij ons sliepen twee geloven op één kussen. Mijn vader kwam uit een gereformeerd nest. Zijn ouders waren van de zwartekousenkerk. Mijn moeder was rooms-katholiek. Beiden werden gezien als verraders. Veel familie zagen we dus nooit. Ik vind het altijd nog hypocriet dat mensen die van elkaar houden, niet mogen trouwen.
Officieel was ik rooms-katholiek, maar feitelijk droegen onze ouders een humanistisch ideaal over. Ik loog er niet tegen mijn oma over dat wij wel een radio en tv hadden. Mijn gelovige tante deed dat wel.
Als tiener raakte ik betrokken bij het hervormde jeugdwerk. Samen met mijn vriend en huidig CU-Kamerlid Joël Voordewind. Van de mavo tot en met de studie politicologie ben ik met hem opgetrokken. Het ging mij om het doen, niet om het bidden. Ik ben weggedreven van alle geloof. Joël aanvankelijk ook, al heeft hij later God weer gevonden.
Thuis was bij ons alles rood. Mijn ouders waren van het biefstuksocialisme; elke arbeider een huisje en een auto. De intellectuele populist Den Uyl was onze held.”
Is geloven voor u nog verbonden met hypocrisie?
„Ja, maar niet alleen. Ook met bevlogenheid en goed onderwijs. Kijk eens naar de goede dingen die Voordewind vanuit zijn geloof doet. Ik ben wel voor altijd verloren voor het dogmatische geloof. Als wetenschapper weet ik dat twijfel de bron van alle kennis is. Al besef ik dat ook die stelling onderhevig is aan twijfel.”
U prijst de ChristenUnie nogal. In hoeverre voelt u –mede met het oog op uw andere geaardheid– ook afstand tot orthodoxe christenen?
„Het is een goede partij. Ze heeft al een paar keer pragmatisch meegewerkt om de begroting meer op orde te krijgen. De SP staat wat dat betreft aan de zijlijn.
Maar de CU is een partij met een h-probleem. En een a-probleem; homoseksualiteit en abortus. Ik houd niet van politici die vrouwen verhinderen met hun lichaam te doen wat zij heel goed zelf kunnen beslissen. Dat opleggen van normen staat tussen mij en religieuze partijen in.”
Doen liberale partijen dat ook?
„Ja, maar in ons land spreken we tegen de achtergrond van een christelijke dominantie. Toen christenen het voor het zeggen hadden, gingen alle ketters de brandstapel op. Pas het humanisme en de wetenschap hebben het christendom getemd.”
Levensloop André Krouwel
Dr. André Krouwel werd geboren in 1964 in Vianen. Al vanaf 1984 is hij op verschillende manieren verbonden aan de Vrije Universiteit. Hij promoveerde in 1999 op een onderzoek naar de hervorming van politieke partijen in Europa, om te constateren dat deze steeds minder democratisch werden.
In 2006 ontwierp hij –uit ergernis over de StemWijzer– het Kieskompas, waarmee hij zwevende kiezers helpt tot een keus te komen op basis van partijprogramma’s. Krouwel past Kieskompas ook toe in het buitenland, zoals recent het Bundeswahlkompass in Duitsland en vorig jaar bij de presidentsverkiezingen in Egypte.