Kunst kun je mooi of lelijk vinden, maar er zijn grenzen die je niet moet overschrijden, vindt het Staphorster SGP-raadslid Den Ouden. Een van die grenzen is voor hem het gebruik van de witte rouwdoek. „Het geeft geen pas om deze te vermaken tot een kunstzinnige kledingcreatie”, zo stelde Den Ouden dinsdagavond tijdens de raadsvergadering.

Sinds het 200-jarig bestaan van de gemeente Staphorst, bijna drie jaar geleden, maken veel vrouwen in het dorp nieuwe kleding­creaties met de authentieke kleurrijke klederdrachtstoffen. In de Overijsselse gemeente dragen nog zo’n 400 vrouwen de traditionele klederdracht.

Het bedrijf ”Staphorst is hip” verzorgt in het land geregeld modeshows. Het stipwerk wordt behalve voor kleding gebruikt als motief voor tassen, laarzen, behang en zelfs auto’s.

Over de vraag of de ontwerpen mooi of lelijk zijn, valt te twisten. Wel vinden sommige Staphorsters dat de authentieke stoffen niet mogen worden vermaakt tot andere producten dan klederdracht.

Den Ouden is de eerste politicus in de gemeente die aandacht vraagt voor een respectvolle omgang met rouwstoffen. In Staphorst gaat het dan om de zogeheten witte doek, een omslagdoek die vrouwen op zondag naar de kerk dragen als ze een dierbare die hun zeer nabij was hebben verloren. Vroeger was de doek wit, later lichtblauw, maar nog altijd wordt het ”de witte doek” genoemd.

„Daar moet je van afblijven bij het maken van kunstzinnige textielcreaties”, vindt Den Ouden. „Het heeft puur met respect te maken. Voor mij is dat een brug te ver.”

Volgens de SGP’er weerspiegelt zijn opmerking het lokale partijstandpunt.

Het geluid is niet nieuw voor Annet van Strik uit Rouveen van ”Staphorst is hip”. „Ik heb zelf de witte doek nooit gebruikt in mijn creaties, maar ik ken wel ontwerpen waarin dit is gebeurd. Het is niet onze bedoeling om mensen voor het hoofd te stoten. Integendeel. Het gaat om een stuk stof. Als je dat uit zijn context haalt, is wat mij betreft ook de betekenis weg.”