„Te weinig aandacht voor homo in kerk”
NUNSPEET. Er is in het verleden te weinig aandacht geweest voor homoseksuele gemeenteleden. Dat constateren de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in een rapport over homoseksualiteit dat woensdag door de synode is aangenomen. Tegelijkertijd stellen de CGK in het document dat seksuele omgang tussen mensen van gelijk geslacht zonde is.
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, bijeen in Nunspeet, sprak meerdere keren achter gesloten deuren over homoseksualiteit en homorelaties. Woensdag verscheen een langverwacht studierapport.
In het –unaniem aangenomen– rapport erkennen de CGK dat er in het verleden te weinig specifieke aandacht is geweest voor pastoraat inzake homoseksualiteit en homoseksuele relaties. De kerk spreekt dan ook uit dat gemeenteleden met een homoseksuele gerichtheid binnen de gemeente van Christus dezelfde positie hebben als andere leden. „Hun gerichtheid doet daaraan niets af. Zij zijn volwaardig en gelijkwaardig lid van de gemeente, delen in de onderlinge zorg en worden met hun eigen gaven ingeschakeld tot opbouw van het geheel.” Dat betekent concreet dat zij gekandideerd kunnen worden voor het ambt van ouderling of diaken.
Seksuele omgang tussen mensen van gelijk geslacht en relaties waarin die omgang gestalte krijgt, zijn volgens de CGK echter niet in overeenstemming met het Woord van God „en moeten derhalve zonde worden genoemd.” Hierbij heeft de kerk in haar pastorale verantwoordelijkheid de weg van kerkelijke vermaning te gaan „in overeenstemming met Schrift, belijdenis en kerkorde.”
In de kerk geeft niet de heersende cultuur maar Gods Woord de doorslag voor de levensstijl, stellen de CGK in hun 91 pagina’s tellende rapport. De woorden van de Bijbelschrijvers hebben „een gezagvolle betekenis die uitgaat boven hun eigen tijd en context.”
De CGK tellen naar schatting tussen de 1500 en 2000 leden met een homoseksuele gerichtheid. Er is een handreiking opgesteld die homoseksuele gemeenteleden wil „bijstaan hun weg te gaan bij het Woord van God en hun plaats te hebben in de gemeente van Christus.”
In de handreiking, die de kerken krijgen toegestuurd, staat onder meer dat een verandering van de seksuele oriëntatie „niet geheel” mag worden uitgesloten. „Alleen al niet vanwege de almacht van God maar ook niet omdat de achtergrond van de homoseksualiteit soms traceerbaar is naar bepaalde ervaringen of omstandigheden in het verleden. In de meeste gevallen moet verandering echter onmogelijk worden geacht. Dan zal de homoseksuele gerichtheid levenslang „een doorn in het vlees” blijven. Pastor en gemeente zullen hun broeder of zuster ondersteunen in de aanvaarding daarvan.”
In de handreiking staan adviezen aan predikanten. In de prediking kan verwoord worden dat een homoseksuele gerichtheid op zichzelf geen zonde is en dat homoseksuele gevoelens dat ook niet per se zijn. „Laat ook doorklinken dat een heteroseksuele gerichtheid niet minder getekend is door de gebrokenheid en even vatbaar voor zonde. Ook mag de gemeente worden oproepen in het publieke domein haat en afwijzing van mensen op basis van hun seksuele gerichtheid tegen te gaan.”
Mag een kerkenraad verdragen dat twee vrienden of vriendinnen, met een belofte zich van seksuele handelingen te onthouden, samen onder één dak gaan wonen? „Wie zijn broeder of zuster wil helpen de weg van Gods Woord te gaan, zal hem of haar ernstig ontraden op deze wijze de verleiding op te zoeken. Toch is het de vraag of aan homogemeenteleden een zuivere vriendschap met iemand van hetzelfde geslacht mag worden ontzegd. Te denken valt aan de niet-seksuele maar wel sterke, intieme en ook affectieve vriendschap tussen David en Jonathan. Op die wijze zou enigszins tegemoetgekomen worden aan het verlangen van homoseksuele broeders en zusters.”
Een gemeentelid met een homoseksuele relatie kan niet worden toegelaten tot het doen van openbare geloofsbelijdenis, de heilige doop en de viering van het heilig avondmaal. Kerkenraden kunnen in „uitzonderlijke situaties” van dit uitgangspunt afwijken. „Ook in een dergelijk geval zal de richting waarin men zich beweegt duidelijk moeten zijn: het beëindigen van de homoseksuele relatie en een leven in onthouding.”
Het volledige rapport is te lezen op www.cgk.nl.