Analyse: Kabinet-Rutte II moet wel dynamisch zijn
DEN HAAG. Rutte II moet rekening houden met ChristenUnie en SGP, én met felle oppositie van PVV, SP en GroenLinks. Dat lijkt het kabinet te verlammen, maar zorgt ook voor dynamiek en onverwachte beleidskeuzes, bleek deze week.
Een venijnig debat over het reisregister, dat alle reisgegevens van Nederlands moet opslaan? Nog niet nodig, oordeelde de PvdA deze week in het debat over de justitiebegroting van volgend jaar. De oppositie porde en stookte, maar PvdA-woordvoerder Recourt toonde zich vooral afwachtend. Minister Opstelten (VVD) mag zijn voorstellen om boeven te vangen én privacygegevens zo optimaal mogelijk te beschermen eerst verwoorden in een ”privacybrief”.
Ook de vraag of het kabinet experimenten met gemeentelijke wietplantages gaat toestaan, bleef onbeantwoord. De VVD gruwt ervan, de PvdA is enthousiast. Dat wordt een tweede brief, een ”softdrugsbrief”.
De degens kruisen over het kinderpardon dan maar? Nee hoor, betoogde PvdA-asielwoordvoerster Maij, dat punt is al afgekaart tijdens de coalitieonderhandelingen. Wie eindeloos wil doordiscussiëren over schrijnende grensgevallen is bij de PvdA aan het verkeerde adres. Om hun eensgezindheid over het asielbeleid te onderstrepen, dienden VVD en PvdA zelfs een gezamenlijke motie in, al bleek die op de keper beschouwd nogal nietszeggend. Het enige verzoek dat erin doorklinkt, is of het kabinet, de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State willen nagaan of de doorlooptijd van vreemdelingenzaken kan worden bekort. „Wij trekken aan hetzelfde eind van het koord”, merkte VVD-asielwoordvoerder Azmani, die nog net geen lange neus naar de oppositie maakte, op.
Anders dan het justitiedebat misschien deed vermoeden, doen VVD en PvdA echter meer dan hete hangijzers wegparkeren of op de lange baan schuiven. Het kabinet wordt zowel vanaf rechts (door de PVV) als vanaf links (door de SP én in toenemende mate door GroenLinks) zo doorlopend scherp gehouden, dat VVD en PvdA het pantser van eensgezindheid af en toe wel moeten doorbreken. Dat geeft het regeringsbeleid een geheel eigen dynamiek.
Zo is bijvoorbeeld het asielbeleid bij nader inzien niet eens zo technocratisch en vooraf dichtgetimmerd. Wanneer het in de beeldvorming een te hoog PvdA-gehalte aanneemt, krijgt en neemt de VVD ruimte voor een strategische tegenzet. Vóór het begrotingsdebat leek de PvdA aan de winnende hand. Teeven versoepelde de vreemdelingendetentie. Ook moest hij het wetsvoorstel om illegaliteit strafbaar te stellen aanhouden toen PvdA-partijvoorzitter Spekman hem confronteerde met een nieuwe reeks voorwaarden. Tijdens het debat sloeg hij terug met het illegalenquotum; een streefnorm voor het aantal vreemdelingen dat justitie jaarlijks moet oppakken en uitzetten. In 2013 was de norm 4000, in 2014 blijft dat zo, beaamde Teeven, toen hem het mes op de keel werd gezet.
Ook de bijzondere verhouding met CU en SGP dwingt bewindspersonen tot soms verrassende keuzes. Zo had niemand vóór het justitiedebat durven voorspellen dat een doorgewinterde liberaal als Opstelten zijn naam zou verbinden aan een nieuwe Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees (RUPS). Zo’n besluit is meer dan een geste. Het draagt bij aan de tendens om niet uitsluitend door een liberale bril naar het prostitutiebeleid te kijken. „Ik zie het belang van ondersteuning voor de prostituees die uit het vak willen stappen. Het is wenselijk dat grotere en op dit terrein meer ervaren gemeenten de omliggende gemeenten hierbij bedienen”, verzekerde Opstelten de Kamer donderdag. Saai en voorspelbaar; zo’n uitspraak? Zeker niet!
Dat het kabinet dynamisch en creatief beleid voert, gebeurt zeker tegen wil en dank. De bijzondere omstandigheden waaronder VVD en PvdA regeren, zijn doorslaggevend. Aan samenwerken zonder dynamiek, zoals in Kok II gebeurde, bewaren beide partijen echter evenmin goede herinneringen. Voorlopig maar op deze voet doorgaan, lijkt vooralsnog dus het enige perspectief.