Steeds minder vaak tbs opgelegd
DEN HAAG (ANP). Rechters leggen steeds minder vaak tbs (terbeschikkingstelling) op aan een veroordeelde. Dat blijkt uit de jaarlijkse editie van het rapport Criminaliteit en Rechtshandhaving. Er wordt vaker onderzoek geweigerd, er zijn meer alternatieven en het aantal tbs-waardige delicten loopt wellicht terug, verklaart Yvo van Kuijck, vicepresident van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en voorzitter van het Forum TBS.
In 2005 werd de maatregel voor misdadigers die lijden aan een psychische ziekte of stoornis, nog bij 271 veroordelingen opgelegd. In 2012 was dat nog maar 157 keer. Bij het totaal zijn overigens ook de opleggingen van tbs met voorwaarden - een mildere vorm van tbs - opgeteld. Doel van tbs is behandeling, zodat de dader uiteindelijk weer kan terugkeren in de samenleving.
„Eén harde oorzaak is er niet”, legt Van Kuijck uit, die de daling herkent. „Wellicht worden er minder tbs-waardige delicten gepleegd. Het is een pittige afweging voor een rechter om tbs op te leggen en daarbij zijn er meer alternatieven gekomen. Bovendien zien we een toename van het aantal weigeringen voor onderzoek, waardoor het moeilijker wordt voor een rechter om tbs op te leggen.”
Dat laatste wijt Van Kuijck aan de oplopende behandelingsduur, inmiddels 9,6 jaar. „Een advocaat kan daarom adviseren om een stevige gevangenisstraf te accepteren in plaats van een behandeling voor onbepaalde tijd, omdat de cliënt dan weet wanneer hij vrijkomt. Maar daar hebben de samenleving en uiteindelijk ook de betrokkene geen baat bij.”
De wachttijd voor de tbs-klinieken slinkt door de daling gestaag. Het aantal mensen dat in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) zit, daalt sinds 2009 eveneens na jaren van stijging.
Intussen is er overcapaciteit, aldus Van Kuijck. Hij snapt dan ook niet dat de zogenoemde Fokkensregeling is afgeschaft. Dankzij die regeling konden tot voor kort veroordeelden na een derde van hun celstraf in een FPC worden geplaatst, zodat hun behandeling daar sneller begint. „Hoe later je begint, hoe minder zoden het aan de dijk zet”, aldus Van Kuijck. Volgens hem zouden daders minder snel een onderzoek voor tbs weigeren, als de regeling weer wordt ingevoerd.
Het aantal tbs-gestelden kan weer stijgen als de GGZ door bezuinigingen aan mensen met ernstige psychische problemen niet meer in een vroeg stadium de zorg kan bieden die ze nodig hebben. Daardoor lopen die mensen het risico verder te ontsporen en als gevolg van een ernstig delict in een tbs-kliniek terecht te komen.