Dijksma: Nederlandse ui mag weer in de nasi
JAKARTA (ANP). Nederlandse uien mogen vanaf komend jaar weer worden geëxporteerd naar Indonesië. Dat kan de uiensector tot wel 35 miljoen euro per jaar opleveren. Staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) kwam vrijdag met het Indonesische ministerie van Landbouw overeen dat de importban op uien wordt opgeheven.
„De Nederlandse ui kan weer in de Indonesische nasi”, zei ze tevreden over de afspraken. „Het is grote winst voor onze bedrijven en economie, dat we nu weer uien kunnen gaan exporteren.”
Indonesië sloot eind vorig jaar de deuren voor de Nederlandse uien, uit angst dat het product schadelijke organismen het land in zou brengen. Indonesië heeft nu het voedselveiligheidssysteem van Nederland erkend en dus mogen boeren hun uien weer naar het oosten sturen. Ook was het de afgelopen tijd onmogelijk om uien in Jakarta te lossen, terwijl alle faciliteiten daar wel aanwezig waren. Die problemen zijn nu eveneens opgelost, aldus Dijksma.
De staatssecretaris was de afgelopen dagen samen met minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel) en premier Mark Rutte in Indonesië. Dijksma is tevreden over de handelsmissie. Volgens haar hebben de Nederlandse bedrijven die meereisden goede zaken kunnen doen op het gebied van land- en tuinbouw.
Eerder deze week sprak Dijksma met de Indonesische minister van Visserij al af om samen 9 miljoen euro te investeren om de visproductie voor Indonesische, kleine vissers te vergroten en te verduurzamen. Een hogere productie en minder verlies van vis moet meer voedselzekerheid creëren en de problemen voor 30 miljoen ondervoede Indonesiërs verlichten.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over ruim 12 miljoen euro aan investeringen in klimaatslimme landbouwprojecten, zuivel en pluimvee. Doel is om Indonesische kleine boeren meer te laten produceren, hen een stabieler inkomen te geven en te zorgen dat Indonesische consumenten toegang hebben tot betaalbare en veilige producten. Dijksma: „Het is mooi dat Nederlandse kennis kan bijdragen aan bijvoorbeeld meer verse melk, maar ook aan veilige kip en vis voor de lokale markt.”