Deel 55 bevat cantates die Bach in de periode 1730-1740 in Leipzig maakte. Het gaat om BWV 30 (”Freue dich, erlöste Schar”), 69 (”Lobe den Hernn, meine Seele”) en 191 (”Gloria in excelsis Deo”).

Juni 1995 nam Suzuki in het Japanse Kobe met zijn Bach Collegium Japan de eerste cantates op. Nu, achttien jaar later, behaalden de musici het eindstation, na „een lange en kronkelige tocht”, schrijft Suzuki in het booklet van deel 55. Een „reusachtige taak met tal van moeilijkheden en zorgen, waarbij niettemin de vreugde overheerst.”

Vijftien jaar geleden was ik „een jonge zendeling vol enthousiasme voor de eerste tocht”, aldus de dirigent. „Ik was ervan overtuigd dat de cantatecyclus altijd door zou gaan. In interviews zei ik trots dat het project op z’n minst nog vijftien jaar zou duren. Toen die vijftien jaar waren verstreken, was ik verbijsterd toen ik me realiseerde dat de cyclus binnen nog drie jaar zou worden afgerond. Ik hoopte vurig dat iemand een enorme stapel onontdekte cantates zou vinden. Dat gebeurde natuurlijk niet.”

Het Bachcollegium bleef leven door de cantates, aldus Suzuki. Iedere cantate werd in detail ‘geproefd’. Maar tijd om ervan te genieten was er nauwelijks. Na een paar maanden was de volgende cantate aan de beurt. „Het was alsof we genoten van een heerlijk bereide maaltijd, in de wetenschap dat we snel opnieuw zouden moeten eten.”

De opnames van de cantates zijn achter de rug, „maar we zullen nooit ophouden ze uit te voeren”, aldus Suzuki. Zijn enthousiasme in het eerste booklet was oprecht. „Nederig stel ik dat Bach en ik geloven in dezelfde God. Ik ben door God aan de muziek van Bach gekoppeld. Ik ben gaan begrijpen hoe Bach in God geloofde, doordat Bach zijn innerlijk geloof in zijn cantates neerschreef.”

De collectie cantates is volgens de dirigent een „schat voor alle mensen, een heilig boek van religie en spiritualiteit.” de cantates „moeten worden gezongen en overgedragen op toekomstige generaties, steeds weer.”

Door Bach schonk God ons deze cantates, sluit Suzuki af. „Dit is waarom we het als onze missie zien ze te blijven uitvoeren: we moeten Gods boodschap doorgeven door middel van deze composities, en ze zingen om de glorie van God uit te drukken. Soli Deo Gloria!”

Klik hier voor een compleet overzicht van de cantatereeks.

Lees verder in Digibron:

-Interview met Masaaki en Masato Suzuki (Reformatorisch Dagblad, 14 juli 2012)

-Recensie van volume 44 (Reformatorisch Dagblad, 27 januari 2010)

-”Davids Psalmen in Japanse handen”, interview met Masaaki Suzuki (Reformatorisch Dagblad, 9 april 2001)