Bank- en verzekeringsbedrijven kennen een „hoog risico van tekortschietende marktwerking”, aldus de kartelwaakhond NMa in de Monitor Financiële Sector 2003, die vanmorgen werd gepresenteerd. Hierin geeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit haar mening over de concurrentie tussen financiële bedrijven. Het jaarlijkse overzicht is een uitvloeisel van afspraken met minister Zalm van Financiën om het toezicht op deze branche te verscherpen.

In bankenland hebben vijf grote spelers ruim viervijfde van de markt in handen. De markt voor betaalrekeningen wordt gedomineerd door vier banken: ING, ABN Amro, Rabobank en Fortis. Nieuwe bedrijven hebben de grootste moeite om zich binnen te vechten, mede omdat het klanten een aardig bedrag kost om van bank te verwisselen.

Nieuwkomers hebben het in de gehele financiële sector ook moeilijk wegens de vele complexe regels. Daarnaast stappen klanten bijna automatisch naar bekende aanbieders, die vertrouwde merknamen gebruiken.

Het beperkte aantal aanbieders van bankproducten voor betalingen leidt tot hogere prijzen. Nederlandse consumenten en bedrijven betalen dan ook hogere banktarieven dan andere Europeanen. Veranderingen van de officiële rentes werken bijvoorbeeld beduidend minder door in de vergoeding op spaarrekeningen en in de hypotheekrente.