Buitenland

Syriëgangers strijden voor sharia

Sterven voor Allah is zo ongeveer de grootste eer die een jihadistische moslim te beurt kan vallen. De poorten van het paradijs lonken, en anders wel de poorten van de islamitische heilsstaat op aarde. En dus blijft de strijd in Syrië een haast magische aantrekkingskracht uitoefenen op jihadisten in de dop. Een kijkje in het hoofd van Nederlandse Syrië­gangers, aan de hand van hun eigen woorden.

Jacob Hoekman

18 November 2013 15:09Gewijzigd op 15 November 2020 07:07
Een opstandeling bewaakt in het noorden van Syrië zijn positie. Diverse jihadistische groepen strijden tegen president Assad, maar zijn het evenmin eens met elkaar. beeld EPA
Een opstandeling bewaakt in het noorden van Syrië zijn positie. Diverse jihadistische groepen strijden tegen president Assad, maar zijn het evenmin eens met elkaar. beeld EPA

Mohammed Fares, een soennitische rebel die tegen de Syrische president Assad vocht, leeft niet meer. In eerste instantie waren zijn overlevingskansen groot. Hij raakte deze week weliswaar gewond tijdens een gevecht tegen de troepen van Assad, maar werd snel geopereerd in een ziekenhuis in Aleppo.

Helaas tekende hij daar zijn eigen doodvonnis toen hij, half onder narcose, zich ijlend de namen van Hoessein en Ali liet ontvallen. Dat zijn twee grote namen voor sjiitische moslims, waar ook president Assad en veel van zijn mannen toe gerekend worden.

Twee leden van al-Qaida in Irak en Syrië (ISIS) hoorden het verwarde gemompel van de man in het ziekenhuis, en ze wisten zeker: dit is een sjiitische strijder van het verkeerde kamp. Snel trokken ze hun conclusie. Deze man moet dood. Met een mes sneden ze zijn hoofd eraf, waarna ze met het hoofd in hun handen een toespraak hielden op straat in Aleppo. Filmpjes van de gebeurtenis verschenen al snel op internet.

Toen bleek dat hun slachtoffer een soenniet was en aan dezelfde kant had gevochten als zijzelf, was het allang te laat. Gisteren werd bekend dat de betrokkenen „begrip en vergeving” hebben gevraagd voor hun foute actie, maar de woordvoerder van ISIS wist daar onmiddellijk een overlevering aan te koppelen van de profeet Mohammed, die gezegd zou hebben dat Allah de man vergeeft die per ongeluk een gelovige doodt.

Het voorval van deze week is tekenend voor de chaotische situatie in Syrië, waar allerlei meer of minder jihadistische groepen tegen Assad vechten, maar intussen ook onderling ruziën.

Des te opmerkelijker is het dat potentiële jihadisten zich niet door die chaos laten afschrikken. Sterker, ook uit Nederland is het aantal Syriëgangers de afgelopen maanden alleen maar toegenomen (zie kader).

Voor de Nederlandse jihadisten zelf is dat helemaal niet opmerkelijk. Op internet laten ze steeds vaker van zich horen. Ze schreven zelfs een boek, ”De Banier” geheten, waarin ze uitvoerig uit de doeken doen waarom de jihad een goede zaak is. In het kort schetsen zij een tweevoudig doel, waarbij de jihadist altijd goed af is. Het eerste doel is sterven voor Allah, het tweede is het vestigen van een nieuw islamitisch kalifaat waar gerechtigheid heerst. Die droom is zo sterk dat imams er niet tegenop kunnen preken. Moslims die de jongeren van een reis naar Syrië willen afhouden, worden met een beroep op de Koran vakkundig buitenspel gezet.

„[Het volgen van dwalende leiders] is een gevaarlijke mentaliteit waarmee bepaalde jongeren zijn getroffen. Het lijkt veel op de dwaling van de joden en de christenen, die de woorden van hun rabbijnen en priesters boven de woorden van God en de profeten plaatsten. Hoe kunnen wij een geleerde blind volgen wanneer hij de jihad verbiedt, terwijl Allah ons hiertoe oproept? Hebben de woorden van deze geleerden, die tot een mythische status worden verheven, voorrang boven de Koran? Hoe kunnen wij geleerden gehoorzamen wanneer zij ons iets verbieden wat Allah ons niet alleen toegestaan, maar zelfs verplicht heeft gemaakt, zoals de verdedigende jihad?”

Nederlandse jihadstrijders in ”De Banier”

De Nederlandse moslims die nu in Syrië zitten, zijn er diep van doordrongen dat sterven in de strijd een reëel risico is. Maar opoffering hoort er nu eenmaal bij, schrijven ze met een uitvoerige verwijzing naar het volk van Israël.

„Net zoals de joden destijds zonder opofferingen en zonder strijd het heilige land wilden veroveren, zo willen vele moslims vandaag de dag dat ook. Net zoals de kinderen van Israël verwachtten dat het vijandige volk vanzelf uit het heilige land zou vertrekken, en plaats voor hen zou maken, zo verwachten velen vandaag de dag ook dat de vijanden vanzelf uit onze landen zullen vertrekken, en de overwinning vanzelf op ons komt nederdalen, zonder gevecht noch strijd. En net zoals het slechts twee mannen waren onder de kinderen van Israël die bereid waren te vechten, zijn het vandaag ook slechts enkelen die hiertoe bereid zijn. Net zoals de kinderen van Israël hebben veel moslims ervoor gekozen om te blijven zitten, op enkelen na. De Profeet heeft ook voorspeld dat wij exact dezelfde fouten zullen maken die de joden en christenen hebben gemaakt, stap voor stap. Dit is wat we zien.”

Nederlandse jihadstrijders in ”De Banier”

Af en toe gaat het daadwerkelijk mis, zoals toen de 19-jarige Soufian uit Den Haag eerder dit jaar omkwam in Syrië. Deze Abu Abdulrahmaan, zoals hij ook wordt genoemd, krijgt op internet de hoogste lof toegezwaaid die denkbaar is. De herinnering aan hem schrikt radicale moslims niet af, maar lijkt hen juist des te vuriger te maken.

„Deze jonge nobele broeder van 19 jaar had een speciale plek in onze harten. Heel vaak wanneer de broeders samen waren, gewoon aan het ontspannen waren en een lolletje trapten, dan zou Abu Abdelrahmaan ons, ondanks dat hij ook zeker wel van een dolletje hield, herinneren aan de toestand van onze onderdrukte en gevangen genomen zusters. Dan zou hij bijvoorbeeld zeggen: „SubhanAllah (letterlijk: glorie aan Allah, JH), wij zitten hier, terwijl onze zusters nu vastzitten in Syrië en elders.” Hij zou hun situatie niet vergeten, zelfs op zulke ontspannen momenten waarop men vaak onoplettend is. Dit geeft aan wat voor een sterk karakter hij had. De meeste moslims hebben wel een hart voor de oemma (wereldwijde moslimgemeenschap, JH), en leven mee met de zwakken en onderdrukten, echter gebeurt dit vaak slechts in een flits. De wereldse afleidingen worden ons teveel. Abu Abdulrahmaan had echter een sterk karakter, en maakte deze fout niet.”

Nederlandse jihadstrijders in een in memoriam voor Soufian

Een jihadist zou geen jihadist zijn, als hij zelfs in een in memoriam voor een „gevallen broeder” anderen niet zou aansporen om óók de wapens op te nemen in Syrië.

„En tegen diegenen die nu nog steeds blijven beweren dat jongeren zoals Abu Abdulrahmaan, en wij allemaal, geronseld en gehersenspoeld zijn, zeggen wij: Moge Allah diegenen die ons geronseld hebben belonen met het paradijs! Want indien we werkelijk zijn geronseld, dan zijn wij diegenen erg dankbaar. We zouden hen nooit kunnen terugbetalen voor deze gunst waartoe zij ons hebben gemotiveerd. En indien wij werkelijk geronseld zijn, dan wacht er insha’Allah (als Allah het wil, JH) een grote beloning voor deze ronselaars. Zoals Ali ibn Abi Taleb heeft overgeleverd: „Degene die zijn broeder aanspoort tot de jihad, die krijgt dezelfde beloning. En voor elke stap die de mujahid neemt krijgt hij de beloning van een jaar aanbidding.” Welke moslim zou zo’n vrijgevige beloning niet wensen?”

Nederlandse jihadstrijders in een in memoriam voor Soufian

Duidelijk is dat de bereidheid om te sneuvelen belangrijk is voor de jihadisten. Sommigen verlangen er ronduit naar. Maar ook de tweede droom speelt een belangrijke rol: de rotsvaste overtuiging dat, mede door de inspanningen van de jihadisten, de islamitische heilsstaat op het punt staat gevestigd te worden.

Die utopische gedrevenheid doet nog het meest denken aan de twintigste-eeuwse pogingen om communistische heilsstaten te realiseren. Ieder feit wordt geïnterpreteerd binnen het denkkader van het komende islamitische rijk. Dat er in feite juist sprake is van een toenemende chaos waarin jihadistische groepen ook onderling strijd leveren, doet daar niets aan af.

„De islamitische staat is het droomland waarnaar elke moslim snakt, het invoeren van de sharia zal vrijwel alle problemen oplossen waarmee de moslimoemma nu te kampen heeft. Het biedt een gezond alternatief voor de mensheid, het is de enige concurrent van het gewetenloze kapitalisme. En wij zien dat de verblijdende belofte van de overwinning realiteit begint te worden – de terugkeer van het islamitische kalifaat lijkt voor de deur te staan met de successen van de mujahedien in Syrië. De terugkomst van de islamitische staat is een belofte van Allah aan Zijn Profeet waar geen ontkomen aan is, hoe hard men dit ook probeert te bestrijden en tegen te houden. De terugkomst van een rechtvaardig islamitisch regime is een feit, vroeg of laat. Wees hier maar van overtuigd. En de huidige Arabische lente is hier een duidelijke voorbode van, met name de huidige oorlog in Syrië.”

Nederlandse jihadstrijders in ”De Banier”

Dat geloof in een nieuw islamitisch kalifaat komt niet uit de lucht vallen; het is gebaseerd op allerei hadiths (overleveringen) van de profeet Mohammed. Zo is er een hadith waarin Mohammed zegt dat er in zijn oemma altijd een partij zal blijven die voor de waarheid strijdt, en die ook overwint totdat de laatste van hen zelfs de antichrist zal bevechten. Mohammed deed zelfs een uitspraak over waar dat gebeurt: in „As-Shaam en de randgebieden.” As-Shaam is de naam voor Groot-Syrië en wordt ook gebruikt door allerlei jihadistische groepen die nu president Assad bevechten.

Overleveringen als deze geven voor radicale jonge moslims een extra urgentie aan de strijd. Er schijnt een apocalyptisch licht over de oorlog in Syrië; wie er nu bij is, staat straks aan de goede kant.

Dat roept de vraag op wat voor leven christenen –en zeker ex-moslims die Christus hebben gevonden– in dit ideale islamitische plaatje straks nog hebben. In Syrië zijn al eeuwen behoorlijke christelijke minderheden, maar de laatste maanden klinken steeds vaker berichten over verwoestingen van christelijke dorpen in het land.

In hun boek ”De Banier” doen de Nederlandse jihadisten hun uiterste best om aan te geven dat christelijke minderheden onder islamitisch bewind veilig zijn, waarbij ze ongelukkig genoeg verwijzen naar de situatie in Egypte. In dat land beleven de koptische christenen niet direct hoogtijdagen.

Tegelijk beroepen ze zich op de opvolger van Osama bin Laden, Ayman al-Zawahiri. Deze Egyptenaar is de huidige leider van al-Qaida. Hij heeft laten weten dat de moedjahedien hun handen niet moeten opheffen tegen de christelijke dorpen die het Syrische regime niet steunen. Maar de jihad tegen „groepen, partijen en sekten” die Assad wél steunen, is daarentegen „de meest belangrijke verplichting.”

Voor christenen in de regio, die vaak pro-Assad zijn, en voor veel gematigde moslims net zo goed, is het te hopen dat de islamitische heilsstaat net zo utopisch blijft als de communistische.


Dreiging voor Nederland blijft „substantieel”

De kans op een aanslag in Nederland blijft reëel, zei minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) vorige week. Het dreigingsniveau werd in maart verhoogd naar „substantieel” en blijft dat voorlopig.

De belangrijkste reden daarvoor zijn de Syriëgangers. In de afgelopen maanden is op internet de openlijke propaganda voor deelname aan de strijd in Syrië sterk gestegen, zoals onder meer uit de citaten in dit artikel blijkt.

Ook komen jongeren op openbare plekken bijeen om „onder meer blijk te geven van hun extremistische gedachtegoed”, schrijft Opstelten aan de Kamer. Zo was er in september herhaaldelijk opschudding in Den Haag omdat islamitische jongeren daar op een voetbalveld openlijk met een jihadvlag rondliepen.

Steeds meer Nederlanders reizen naar Syrië voor de jihad, weet Opstelten – hoewel exacte cijfers moeilijk te geven zijn. Waarschijnlijk betreft het enkele tientallen Nederlandse jongeren. Steeds meer van hen strijden waarschijnlijk onder de vlag van Jabhat al-Nusra, een zeer radicale organisatie die aan al-Qaida is gelieerd.

De VVD vindt dat er te soft wordt omgegaan met radicale moslims die naar Syrië willen reizen of terugkomen. De Nederlandse aanpak is vooral gericht op re-integratie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer