De afgelopen dagen is zij bezig geweest met het uitdelen van voedselpakketten op Panay Island, dat in het westen ligt van de Filipijnen. „Dat ging erg ‘smooth’, mede doordat de infrastructuur daar nog redelijk is. Maar van de 14 producten die we in het pakket wilden doen, was de helft niet te krijgen”, vertelt ze. Zo was er geen droge vis, zout, noodles, tandpasta en -borstels, bakolie en maandverband te koop bij de groothandels.

De goederen moeten uit Manilla komen en „er komt te weinig deze kant op”, vertelt de woordvoerster vanuit Cebu City. Desalniettemin gaat het op Panay Island de goede kant op. Vooral het noorden is daar zwaar getroffen, maar het Canadese leger helpt de bevolking. „Zij richten een soort basis op, compleet met bulldozers en vrachtwagens.” Daardoor zal het puinruimen daar sneller verlopen.

„Ik ga maandag naar het zuiden van Leyte toe, om te inventariseren wat daar nodig is en wat onze lokale partners kunnen doen”, vertelt de woordvoerster.

Naast een tekort aan voedsel is ook brandstof schaars. Niet alleen breekt dat het transport van eten en drinken op, ook het vervoer van patiënten ligt plat, zo laat Artsen Zonder Grenzen weten. Veel mensen met bijvoorbeeld snijwonden en geïnfecteerde wonden kunnen niet worden doorverwezen. De organisatie stuurt daarom goederen naar soms half verwoeste ziekenhuizen en richt noodhospitalen op.

In de stad Dulang melden zich steeds meer mensen met diarree bij de plaatselijke medici.