Cors Visser: Niet bang zijn voor seculiere tegenwind
Een christen hoeft niet bang te zijn voor seculiere tegenwind. Laat hij niet vechten voor zijn eigen voorrechten, maar kijken wat goed is voor de gehéle samenleving, vindt dr. Cors Visser. „Evangelicalen hebben de wending gemaakt naar de samenleving. Terecht – de Bijbelse gedachte is immers een zoutend zout te zijn.”
Lange tijd hebben de evangelicalen zich van de samenleving afzijdig gehouden. Visser gebruikt de internationale term ”evangelicalen” hier in plaats van de Nederlandse aanduiding ”evangelischen”: het gaat hem om de groep orthodoxe protestanten, variërend van pinkstergelovigen tot bevindelijk gereformeerden.
Ook in Nederland bestond deze afzijdige houding. In de jaren zestig en zeventig, toen de minizuil van de evangelicalen (de evangelische beweging) ontstond, was deze groep vooral gericht op ethische zaken zoals abortus en euthanasie. Later ontwaakte de belangstelling voor de brede vraagstukken van de samenleving, stelt dr. Visser in zijn dissertatie ”In de gunst bij het hele volk. Evangelicalen, religie en de civil society” (uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam). Visser is directeur van de christelijke denktank ForumC, forum voor geloof, wetenschap en samenleving.
Vissers onderzoek is gebaseerd op casestudy’s in Kenia, Brazilië en Nederland en interviews met diverse evangelicalen. Hij concludeert dat de houding van een groep ten opzichte van de samenleving afhankelijk is van de eigen grootte. „Als de groep groter wordt, gaat men zich des te meer richten op de samenleving. Zo kwamen de evangelicalen in Brazilië erachter dat ze 15 procent van de bevolking vormden, meer dan zij gedacht hadden. Toen beseften ze wat ze voor de samenleving konden betekenen. In Kenia stelden de evangelicalen de vraag wat de samenleving van hen merkt. Er ontstond een beweging naar buiten.”
Met name het congres van de Lausannebeweging in 1974 over onder meer sociale verantwoordelijkheid (”social responsability”) vormde een keerpunt in het evangelicale denken. De evangelicale leider John Stott speelde daarbij een belangrijke rol. Visser: „Hij reisde veel door Afrika en Latijns-Amerika en kwam daar heel wat sociale problemen, zoals armoede, tegen.”
Er werd een wissel omgezet?
„Een wissel terúggezet, zou ik zeggen. In de achttiende en de negentiende eeuw gingen allerlei opwekkingsbewegingen, zoals de revivals onder Edwards, gepaard met sociale hervormingen. Evangelicalen als Wilberforce stonden achter de afschaffing van de slavernij. In een reactie op de toenemende liberalisering van de kerk gingen evangelicalen zich echter meer richten op de geestelijke verlossing van de mens.”
Heeft de sterkere gerichtheid naar buiten theologische oorzaken, een minder gericht zijn op de redding van de ziel?
„Het is meer het besef van de onhoudbaarheid van het dualisme, een scheiding tussen lichaam en ziel. Het besef ontwaakte dat evangelicalen op het punt van de gerechtigheid iets hadden laten liggen. Het concept integrale missie raakte meer ingeburgerd. Die wending naar buiten zie je ook bij Nederlandse evangelicalen die politiek actief worden.”
Opvallend is dat de thema’s van evangelicalen en die van de Wereldraad van Kerken sterke verwantschap vertonen, zoals ook bleek op de assemblee in het Zuid-Koreaanse Busan, die vorige week vrijdag werd afgesloten.
„De Wereldraad wordt door evangelicalen amper meer als een gevaar gezien. Een tijdlang was er een houding van antithese, een verzet tegen alles wat links was, of het nu Wereldraad of milieu was. Maar met dat de linkse agenda naar de achtergrond verdween, gingen de evangelicalen zich ook bezighouden met het milieu, zoals nu ook blijkt bij de SGP. Er kwam meer aandacht voor macro-ethische vraagstukken in plaats van micro-ethische thema’s zoals abortus en euthanasie.”
De laatste moeten het onderspit delven?
„Nee, ze staan bij veel christenen nog hoog op de agenda, maar er heerst een algemene vermoeidheid, het gevoel dat je er weinig aan kunt doen. Er is nu meer een houding van wat het geloof voor de samenleving kan betekenen.”
Een gunstige wending?
„Ja, ik ben er blij mee. Het is de onmiskenbaar Bijbelse gedachte dat je een zoutend zout moet zijn. Dat standpunt is niet links, maar Bijbels. Eerst was er angst voor het verliezen van de kern van het Evangelie bij zogenaamde linkse onderwerpen, maar het betekent niet dat het kruis minder belangrijk is. De inzet voor de samenleving is, als het goed is, ingebed in een diepgewortelde spiritualiteit. Zoals de wereld er nu uitziet, kan het toch niet Gods bedoeling zijn.”
De Duitse theoloog prof. Peter Beyerhaus kritiseert de Wereldraad omdat die te veel gefocust is op de transformatie van de samenleving, ten koste van de geestelijke boodschap van redding en verlossing. Ligt hier ook niet het gevaar voor de evangelicalen?
„Wat Lausanne 1974 onder woorden heeft gebracht met het begrip sociale verantwoordelijkheid mag niet op één lijn worden gesteld met een zogenoemd maatschappelijk Evangelie (”social gospel”). Het is mij opgevallen dat de evangelicalen in Kenia de term transformatie veel gebruiken, maar dat is dan geen lege transformatie zonder geestelijke voeding. Sociale actie is niet los te zien van de wortel.”
Evangelicalen kiezen voor hervorming van en presentie in de samenleving, schrijft u. Bevindelijken en charismatischen rubriceert u onder het model van ”afsluiters”. Wat bedoelt u daarmee?
„Het zich terugtrekken in bolwerken. Je afsluiten van de samenleving is echter onmogelijk, zo heeft Johan Schouls in zijn boek over de refozuil terecht opgemerkt. Uit mijn onderzoek blijkt dat de evangelicalen in Nederland beseften dat ze een kleine minderheid vormden, maar juist daarom ontspannen in de samenleving gingen staan. Het leidde eerder tot opluchting: Oké, we zijn een kleine groep, maar hoeven dan ook geen grote politieke ambities te hebben. Dat geeft juist openheid naar de samenleving. Je terugtrekken is slecht voor het beeld dat de samenleving van de christenen heeft. De indruk wordt gewekt dat zij vooral goed zijn om dingen voor zichzelf te regelen.”
Of is het angst voor de seculiere tegenwind?
„Daar hoeft men niet bang voor te zijn. Ik heb zelf op een reformatorische school gezeten, in Kampen en Goes, maar ik heb mij afgevraagd of het niet beter voor mijn geloof was geweest als ik naar een vage of niet-christelijke school zou zijn gegaan. Reformatorische christenen hebben een beeld van de buitenwereld gekregen waarvan je je kunt afvragen of dat recht doet aan de werkelijkheid. De wereld is niet alleen een bedreiging. Je komt in het dagelijks leven immers mensen van goede wil tegen. Daarom gaan we als ForumC het debat aan met niet-christenen, vanuit het besef van Gods goede bedoeling met deze wereld. We hebben het goed recht ons te verzetten tegen de bedreiging van religie in het publieke leven, maar de boodschap verzwakt als we de suggestie wekken dat we vooral opkomen voor onze eigen verworvenheden.”
Het zijn historische rechten die in het geding zouden zijn, zoals vrijheid van onderwijs.
„Ik betwijfel dat. Men spreekt altijd over een aanval op de vrijheid, terwijl het alleen gaat om de bekostiging. Aan de gelijke bekostiging wordt wat gedaan, niet aan het bijzonder onderwijs.”
Godsdienstsocioloog Gerard Dekker zegt in zijn recente publicatie ”Dat Koninkrijk, verwachten we dat nog?” dat christenen zich ten onrechte hebben afgezet tegen ontwikkelingen in deze wereld, waardoor zij het beeld van conservatieve christenen vertonen.
„Dat is een herkenbare constatering. Dan heerst het idee dat we veel te verliezen hebben, dat we daarom moeten verdedigen. Maar de gedachte dat we niets te verliezen hebben, kan ook louterend en ontspannend werken. We moeten overigens bescheiden zijn om bepaalde idealen nadrukkelijk als Bijbels te beschouwen zonder inzichten te gebruiken van mensen uit andere levensovertuigingen.”
Waar ligt de oplossing als het gaat om een vruchtbare houding van de kerk ten opzichte van de samenleving?
„Nederlandse kerken zouden weer echte geloofsgemeenschappen moeten worden. Waar meer gedeeld wordt dan alleen de kerkbank op zondag. In de lokale geloofsgemeenschap ligt de kracht van de toekomst, zo is uit mijn onderzoek gebleken. Dat is de paradox van de titel van het boek: ”In de gunst bij het hele volk”. Het is een citaat uit het Bijbelboek Handelingen, waar dit van de eerste christelijke geloofsgemeenschap gezegd wordt. De eerste christenen stonden in de gunst bij het hele volk, omdat of ondanks het feit dat ze gericht waren op de eigen gemeenschap en op God. Helaas is eel zorg die eerst door de kerk werd verleend, weggeprofessionaliseerd door algemene organisaties.
Pinkstergemeenschappen in Brazilië laten zien hoe zij zich enerzijds richten op de eigen groep, anderzijds een positief effect hebben op de samenleving. Dat gebeurt doordat zij mensen leren lezen en schrijven door middel van Bijbelonderricht en helpen in het tegengaan van allerlei verslavingen. Net als de eerste christenen moeten de christenen van nu zich niet laten opsluiten in de eigen gemeenschappen maar op de publieke plekken aanwezig zijn. Niet met als vooropgezet doel het volk te behagen. Dan wordt het weer een actie van een programma. Zelfbescherming en zelfpromotie moeten worden voorkomen. Het positieve oordeel over de christenen moet van buiten de kring komen. Dan heeft het in de gunst van het volk staan werkelijk betekenis.”
Dr. Cors Visser
Cors Visser (1976) studeerde planologie (Wageningen) en bestuurskunde (Utrecht). Hij was actief in de christelijke politiek en de studentenpolitiek. Visser werkte als wetenschappelijke medewerker bij de Mr. G. Groen van Prinsterer Stichting, het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie. In die periode leidde hij diverse projecten, redigeerde hij verschillende boeken en schreef hij tal van artikelen en hoofdstukken in publicaties. Vanaf 2006 werkte Visser als directeur van het ICS, een christelijk studiecentrum. Mede op zijn initiatief fuseerde het ICS met twee andere organisaties tot ForumC, forum voor geloof, wetenschap en samenleving. Hij is lid van de raad van toezicht van Tear, een christelijke ontwikkelingsorganisatie.
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: dr. Cors Visser, directeur van ForumC. Hij promoveerde woensdag aan de Vrije Universiteit op de studie ”In de gunst bij het hele volk. Evangelicalen, religie en de civil society”.
Zie ook in Digibron:
Voor christelijk geluid personen belangrijker dan organisaties, (Reformatorisch Dagblad, 23-03-2010)
Interview, In gesprek met Cors Visser(Radix, 01-09-2008#www.digibron.nl/search/detail/01309921e9932df71f60bbab/interview})