Eind oktober beleefde het parlement ook al een bijzonder moment toen voor het eerst in de geschiedenis van de Turkse republiek vier vrouwelijke politici met een hoofddoek om in de vergaderzaal verschenen. Dat was weliswaar niet verboden, maar gold als onacceptabel vanwege de strikte scheiding tussen moskee en staat.

Parlementslid Safak Pavey van de Republikeinse Volkspartij had het ‘broekverbod’ aangekaart. Ze heeft een beenprothese en draagt liever een broek dan een rok. Zowel de oppositie als de regerende AK-partij van premier Erdogan stemden in met de versoepeling.

De hervormingsgezinde AK-partij heeft zijn wortels in de Turkse politieke islam en probeert de uiterst strenge scheiding tussen staat en religie die de stichter van de republiek, Atatürk (1881-1938) liet vastleggen, te versoepelen.