Vier vragen over verlaging pensioenopbouw
DEN HAAG (ANP). Het kabinet onderhandelt met de oppositiefracties CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks en SGP over een verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw. Dat is nodig omdat voor een wetsontwerp hierover onvoldoende steun bleek te bestaan in de Senaat, waar de regeringspartijen VVD en PvdA geen meerderheid hebben. De onderhandelingen moeten leiden tot een nieuw plan, dat het wel haalt in de Eerste Kamer. Vier vragen over het pensioenplan.
- Waarom moet de pensioenopbouw omlaag?
Werknemers kunnen nu jaarlijks maximaal 2,25 procent van hun inkomen fiscaal vrij opzijleggen voor hun pensioen. Het kabinet wil hier in 2015 1,75 procent per jaar van maken en ook een grens trekken voor inkomens boven de ton. De maatregel moet de komende jaren zorgen voor een bezuiniging van 2,8 miljard euro, de grootste besparing uit het regeerakkoord. Volgens het kabinet kan de pensioenopbouw best omlaag, omdat iedereen voortaan later stopt met werken en dus langer kan sparen voor zijn pensioen. Daarbij komt dat je straks al op je 21e mag beginnen te sparen, in plaats van op je 25e.
- Waarom is er kritiek op dat plan?
De oppositie, en ook werkgevers en werknemers, vinden een verlaging naar 1,75 procent veel te ver gaan. Het kabinet trok daarom in het sociaal akkoord 250 miljoen uit om de ingreep wat af te zwakken. De sociale partners ontwierpen een bijspaarregeling, waarmee de jaarlijkse pensioenopbouw kan worden verhoogd naar 1,85 procent. Die regeling geldt ook voor inkomens boven de ton. Bonden en werkgevers zijn echter allerminst tevreden over het resultaat. Ze vinden een opbouw van 1,85 procent nog steeds te weinig. Dat zou volgens hen zeker 2 procent moeten zijn. De door het kabinet geboden 250 miljoen was daarvoor echter niet toereikend. Overigens had de Raad van State vernietigende kritiek op de bijspaarregeling, omdat die erg ingewikkeld is en hoge uitvoeringskosten kent.
- Wat wil de oppositie?
De jaarlijkse opbouw moet omhoog, liefst naar 2 procent. Ook moeten er toezeggingen komen dat de lagere pensioenopbouw gepaard gaat met een forse verlaging van de pensioenpremies. Volgens het kabinet kunnen die premies straks met zeker 6 miljard euro per jaar omlaag. Het kan dat echter niet garanderen. De premies worden vastgesteld door de pensioenfondsen. Veel fondsen hebben het financieel moeilijk en voelen niets voor premieverlaging. Een extra wens van de oppositie is dat er een pensioenfonds komt voor zzp’ers, zonder dat zij worden gedwongen hun pensioengeld ‘op te eten’ als ze zonder werk komen te zitten en in de bijstand belanden.
- Is er een akkoord mogelijk?
Het kabinet kan alleen aan de wensen van de oppositie voldoen als het een flink bedrag op tafel legt. Hoe hoog dat is, hangt af van de tegemoetkomingen waartoe het bereid is.