Jarig CIDI „heeft helaas bestaansrecht”
DEN HAAG (ANP). Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is al vier decennia in Nederland de stem die de Joodse belangen verdedigt. Maandag viert het CIDI in Den Haag zijn verjaardag en neemt het tegelijk afscheid van Ronnie Naftaniel, de man die 37 jaar bij het centrum werkte en het 33 jaar als directeur een gezicht gaf.
Ten tijde van de Jom-Kippoeroorlog in 1973 nam de druk vanuit de Arabische wereld op Nederland om zijn positieve houding ten opzichte van Israël te wijzigen snel in kracht toe. Om tegenwicht aan die sterke stroming te bieden, werd in november het CIDI opgericht. „Als het CIDI gisteren had kúnnen worden opgedoekt, dan zou dat een goede zaak zijn geweest, maar helaas, de situatie in het Midden-Oosten en de positie van Joden en Israël in de wereld rechtvaardigt opheffing totaal niet. Integendeel”, aldus Esther Voet, die Naftaniel als directeur van het centrum opvolgde.
Voet vindt het bestaan van het centrum harder nodig dan ooit. „De tegenstellingen in het Midden-Oosten zijn onverminderd groot. Ik maak me geen illusie, een harmonische samenleving in de regio is nog niet mogelijk. De onrust in de Arabische wereld is wat dat aangaat niet bepaald een bemoedigende factor.” Maar ook dichterbij schuilt het gevaar pal onder de oppervlakte. „Het antisemitisme hier in het oude Europa is er nog. Het is latent aanwezig, overal en altijd. Het blijft iets wat snel kan exploderen”, aldus Voet. Ze verwijst naar politiek opportunistische partijen als Jobbik in Hongarije en Gouden Dageraad in Griekenland, die hun racistische opvattingen openlijk belijden.
In eigen huis, in Nederland, hield het CIDI onlangs een enquête waarvan niet alle uitkomsten tevreden stemmen. Zo blijkt dat 6 procent van de Nederlanders negatief ten opzichte van de Joden staat. Gelukkig rolde ook positief nieuws voor het centrum uit de bus: 68 procent is van mening dat de Arabische landen Israël moeten erkennen als staat voor het Joodse volk.
Het CIDI behaalde enkele aansprekende publieke successen in zijn 40-jarig bestaan. Met name het zwartboek dat Naftaniel schreef toen de Arabische landen in de jaren 70 en 80 een niet-Joodverklaring eisten van medewerkers van Nederlandse bedrijven, had flinke impact. Terwijl de ondernemingen de verklaringen afgaven, kreeg het CIDI voor elkaar dat de overheid zo’n verklaring wegens discriminatie strafbaar stelde. Ook het bewerkstelligen van uitkeringen voor Joodse families van wie tijdens de oorlog bezittingen waren geconfisqueerd, wordt gezien als een prestatie van formaat.
De Nederlandse overheid beschouwt het CIDI als een belangrijke gesprekspartner: Tijdens het verjaardagsfeestje beklimmen sprekers als minister-president Rutte en voormalig premier Balkenende het podium.