Dat meldt RTV Utrecht vrijdag. „Het was altijd zo dat de Rijksmonumentendienst 60 procent van de kosten op zich nam. Maar helaas, toen we dat orgel al gekocht hadden, is die regeling veranderd. En nu moet de gemeente hier het totale bedrag zelf bij elkaar brengen”, aldus organist van de kerk Jan Jansen, voorheen tevens domorganist in Utrecht, tegenover de nieuwszender.

Het huidige tweeklaviers orgel in de Oude Kerk in Soest, dat in 1960 door de firma J. de Koff & Zoon werd gerealiseerd met gebruikmaking van pijpwerk van het orgel dat J. F. Witte in 1876 voor de kerk bouwde, verkeert in slechte staat.

Daarom besloot de kerk een ander orgel aan te schaffen. In december 2010 kocht men het instrument dat Albertus van Gruisen in 1811 voor de doopsgezinde kerk in Harlingen bouwde. Dat tweeklaviers orgel zonder pedaal (destijds zestien stemmen) werd in 1857 uitgebreid door Petrus van Oeckelen, onder andere met een vrij pedaal, waarna het 21 stemmen telde.

Toen de doopsgezinde kerk in Harlingen in 1998 werd gesloten, werd het orgel opgeslagen bij de firma Reil in Heerde. Aanvankelijk had de gereformeerde kerk van Vollenhove het instrument gekocht, maar dat project ging niet door. In december 2010 kocht de Oude Kerk van Soest het orgel, dat nog steeds opgeslagen ligt in Heerde.

Als het benodigde geld beschikbaar is, zal het orgel worden gerestaureerd en gereconstrueerd. Daarbij zal het weer 21 stemmen tellen. De kas wordt, vanwege de breedte, iets aangepast. Als adviseur is Dirk Bakker bij het project betrokken.

Meer informatie: www.orgelfonds-oudekerk-soest.nl