Homoseksuele asielzoekers kunnen zodoende een bepaalde „sociale groep” vormen die recht heeft op internationale bescherming, stelt het Europees Hof van Justitie in Luxemburg donderdag. De rechters bogen zich over de kwestie op verzoek van de Nederlandse justitie wegens drie lopende asielprocedures. Personen uit Sierra Leone, Uganda en Senegal willen in Nederland de vluchtelingenstatus krijgen omdat zij vrezen dat zij in hun land van herkomst worden vervolgd omdat zij homo zijn.

De rechters benadrukken dat van een asielzoeker niet kan worden verlangd dat hij in zijn land van herkomst zijn homoseksualiteit geheim houdt om vervolging te voorkomen. De seksuele geaardheid van een persoon vormt een zodanig „fundamenteel kenmerk voor de identiteit van de betrokkene”, dat niet mag worden geëist dat hij die verbergt of opgeeft.

Het COC reageerde opgetogen op het nieuws. „We zijn vooral blij dat het Hof heeft besloten dat homoseksuelen niet terug de kast in kunnen worden gestuurd”, aldus een woordvoerder. Dat heeft volgens hem ook consequenties voor Nederland, dat vindt dat teruggestuurde asielzoekers „een zekere mate van discretie kunnen betrachten in het land van herkomst. Dat kan dus niet meer”, aldus het COC, dat verwacht dat de regels worden aangepast.

Ook Vluchtelingenwerk reageerde blij. „Nederland en alle andere EU-landen, moeten voortaan bij het beoordelen van asielverzoeken rekening houden met dit oordeel.” „Zeker in veel andere Europese landen is er niet of weinig regelgeving”, vulde het COC aan.