Het OM wil een principieel vraagstuk voorleggen aan het gerechtshof. H. werd wel veroordeeld voor het voorbereiden van brandstichting, maar een veroordeling voor het voorbereiden van terroristische misdrijven is niet gelukt. Volgens de rechter was hij het trainingsstadium al voorbij. Het OM wil daarover een oordeel in hoger beroep. Het was voor het eerst dat verdachten terechtstonden voor artikel 134a: voorbereidingshandelingen voor een terroristisch misdrijf. Behalve H. stond ook Mohammed G. voor dit misdrijf voor de rechter.

Omar H. kreeg 12 maanden celstraf waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Hij komt voor het einde van de maand vrij. Aanvankelijk wilde H. niet in hoger beroep gaan, maar volgens zijn advocaat doet hij dit nu toch vanwege het besluit van het OM. De aanklager had 3 jaar cel tegen H. geëist.

Volgens de rechtbank wilde H. opzettelijk brandstichten of een explosie veroorzaken. In zijn huis werden onder meer ontstekingslont, aluminiumpoeder en instructies hoe explosieven te maken, gevonden. Hij werd opgepakt, kwam onder voorwaarden vrij, maar werd in de trein in Duitsland in de kraag gevat. Volgens het OM was hij op weg naar Syrië. H. zei dat hij slechts naar zijn vriendin in Istanbul ging.

Mohammed G. is veroordeeld voor het voorbereiden van moord. Omdat hij volledig ontoerekingsvatbaar is verklaard, gaat het OM in zijn zaak niet in beroep.