Brill zei voor het bestuur van het IAEA, waarin 35 landen zijn vertegenwoordigd, dat Iran geen staat is die „in goed vertrouwen de verplichtingen van het non-proliferatieverdrag” probeert na te komen. Brill zei dat het regime in Teheran volhardt in een „cynische strategie” van onder meer ontkennen, toen de waarheid over het geheime nucleaire programma van Iran voor het eerst naar buiten kwam.

De Amerikaanse ambassadeur voor het IAEA zei dat er daarom geen „rationele basis” is voor de veronderstelling dat Iran het IAEA voortaan volledig over het nucleaire programma zal informeren.

Het IAEA-bestuur bespreekt sinds donderdag in Wenen een rapport over het nucleaire programma van Iran. Volgens diplomatieke bronnen houden de Verenigde Staten vast aan hun eis dat het bestuur een resolutie uitvaardigt waarin Iran in harde bewoordingen wordt veroordeeld wegens het „niet nakomen” van het non-proliferatieverdrag.

Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië hadden eerder een resolutie voorgesteld waarin Iran wordt verweten dat het land de „veiligheidsverplichtingen” niet is nagekomen. Voor de VS gaat deze bewoording niet ver genoeg.

IAEA-directeur Mohamed al-Baradei zei vrijdag dat het bestuur van de organisatie het niet eens is over de inhoud van een resolutie over Iran. Hij verwacht dat het IAEA uiterlijk volgende week woensdag een afgerond oordeel over de nucleaire activiteiten van Iran presenteert. Oorspronkelijk was het besluit vrijdag al verwacht.

In het rapport van Al-Baradei, waarvan onderdelen al eerder deze maand uitlekten, staat dat er geen bewijzen zijn gevonden dat Iran de afgelopen decennia bezig was met de ontwikkeling van een atoomwapen. Volgens de inspecteurs van het IAEA is het ook niet duidelijk of het hele Iraanse nucleaire programma strikt vreedzaam is, zoals het bewind in Teheran zegt. Brill erkende vrijdag dat er geen bewijzen zijn gevonden dat Iran kernwapens probeert te maken, maar hij voegde eraan toe dat daarvoor wel aanwijzingen zijn.