VVD, PvdA, D66, ChristenUnie en SGP hadden vorige week hun zorgen geuit over de gevolgen van de leidingwaterbelasting, zoals die door henzelf was afgesproken. In de plannen zou per 2014 de belasting op leidingwater worden verdubbeld en zou ook de maximumgrens van 300 kubieke meter waarover de belasting nu wordt geheven, worden geschrapt.

Particulieren zijn hierdoor enkele tientjes per jaar meer aan waterbelasting kwijt, maar voor bedrijven die zwaar leunen op het gebruik van water kan de rekening in de miljoenen lopen. Voor staalbedrijf Tata Steel zou de belasting kunnen oplopen tot

10 miljoen euro, voor de voedingsmiddelenbedrijven 3 miljoen en voor bedrijven in de chemiesector tussen de 3 en de 10 miljoen.

Staatssecretaris Weekers van Financiën stelde gisteren in een Kamerdebat over het Belastingplan bereid te zijn de belasting op leidingwater te maximeren. Er moet volgens hem een plafond komen van 100.000 kuub voor de belasting, om zo de kleine groep grootverbruikers van water niet in grote financiële problemen te brengen. De gewenste opbrengst blijft 205 miljoen euro voor de schatkist, maar hoeft daar niet boven te komen, aldus Weekers.

Weekers kwam er in overleg met de sector achter dat het niet gemakkelijk is om een onderscheid te maken tussen drinkwater en industriewater, omdat de sector het zelf niet eens is over de definitie van ”ander water”.

Invoering van een hoog en een laag tarief heeft ook niet de voorkeur van de VVD-staatssecretaris. In zijn nieuwe voorstel gaan de grootverbruikers nu maximaal 33.000 euro per aansluiting betalen.

De Kamer reageerde nog niet echt enthousiast. Een meerderheid wil dat hij ook nog onderzoekt of het niet toch beter is om geen plafond in te voeren, maar wel twee verschillende tarieven. Daarmee worden de grootverbruikers toch geprikkeld om zuinig met water om te gaan, maar als dat niet lukt krijgen ze niet meteen een miljoenenrekening gepresenteerd. Een maximale rekening van 33.000 euro per aansluiting is ineens wel weer heel laag, vonden sommige Kamerleden. Weekers beloofde opnieuw in de materie te duiken en alle alternatieven aan de Kamer te sturen.

Ook stelde hij dat de verhoging van de accijnzen op diesel en lpg na een halfjaar wordt geëvalueerd. Oppositiepartijen zoals PVV, CDA en SP maken zich grote zorgen over de accijnsverhoging per 1 januari. Die leidt er volgens hen toe dat burgers en vooral transportbedrijven massaal over de grens gaan tanken, wat uitdraait op minder opbrengst dan geraamd voor de schatkist en verlies aan werkgelegenheid in de grensstreek.

Ook stelde Weekers dat werknemers die nog gebruik willen maken van de constructie waarbij een ontslagvergoeding in een stamrecht-bv wordt gestort, daarvoor hun ontslag uiterlijk 31 december moeten aangezegd krijgen. De ontslagdatum moet uiterlijk op 30 juni volgend jaar liggen. De fiscaal gunstige stamrecht-bv verdwijnt per 1 januari.