Debat kerntaken wordt voortgezet
De triosynode is er vrijdag niet in geslaagd de kerntaken van de dienstenorganisatie van de Samen op Weg-kerken definitief vast te stellen. Wel stelde zij het profiel van de -mogelijk- toekomstige Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vast.
Er kwamen vrijdag in Lunteren te veel vragen over het kerntakenrapport, waarna de synode besloot tot een vervolgrapportage en een nieuwe bespreking die moet leiden tot omschrijving van de kerntaken, met vermelding van de kosten per kerntaak. Ook komt er een notitie die meer inzicht geeft in de onderscheiden verantwoordelijkheden van synode, bestuur en dienstenorganisatie.
Voor de PKN werd voor de periode van 2004 tot 2008 een „profiel” vastgesteld. Volgens dit profiel wil de PKN prioriteit geven aan „het getuigen van de naam van haar Heer dichtbij en ver weg”, „de open communicatie van de kerk met haar omgeving”, „het kerkelijk gesprek als verrijking, ontmoeting en verdieping”, „de educatie en toerusting van de gemeente voor kerk en samenleving van morgen” en „een adequate invulling van het ambt van predikant.”
Na verschillende kritische geluiden ter synode over het ontbreken van het diaconaat in dit profiel, werd als zesde element toegevoegd „de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid.” Voor het werk van de dienstenorganisatie wordt elk van deze profielpunten afzonderlijk in een drietal kerntaken uitgewerkt.
Diaken F. Pasveer (hervormd, Joure) sprak van een Russisch-rouletterapport, gekenmerkt door willekeur. Verder is het in zijn ogen onwerkelijk en onverantwoord zonder budgettaire consequenties, en zonder elan voor de toekomstige PKN. Ds. J. L. Schreuders (hervormd, Aalst) miste de bezinning op „onze wortels en bronnen, zoals met name in de belijdenisgeschriften vertolkt. Dat is de kerntaak van de kerk bij uitstek.” Zijn amendement dat dit punt wil toevoegen wordt, samen met andere voorstellen uit de vergadering, meegenomen in de vervolgrapportage.
Prof. dr. G. G. de Kruijf, voorzitter van de generale raad van advies, wees erop dat de afstemming van synode en dienstenorganisatie beter kan, al is er wel verbetering. Ook miste hij financieel inzicht in de uitvoering van de kerntaken. „We zijn wel op een goede weg, maar ook de goede weg kan een lange weg zijn.” Zijn zorg is dat er niet is gebudgetteerd, terwijl de vraag om de kerntaken juist uit financiële overwegingen is voortgekomen. „Dat betekent ook het stellen van negatieve prioriteiten, bezinning op taken die voor het eerst in aanmerking komen voor bezuinigingen. Dat geeft een goede, inhoudelijke discussie.”
Ruim dertig sprekers vroegen het woord. De bezwaren tegen het kerntakenrapport waren onder meer dat het ondoorzichtig is; de synode is er niet of te weinig in gekend; er is een te grote spanning tussen dienstenorganisatie en synode; het financiële plaatje staat er niet bij; het is te veel een werkplan en geeft te weinig het profiel van de kerk van de toekomst weer; de regionale dienstencentra (rdc’s) ontbreken en ook de islam wordt niet genoemd. Sommigen misten elementen, zoals diaconaat en studentenpastoraat.
Ds. J. Stelwagen (visitator-generaal) stelde vast dat er veel feilen van het rapport aan de orde kwamen, maar het bevat, zei hij, ook goede elementen. Hij noemde het groeien naar eenheid, de nadruk op de jongeren en „het met veel elan staan van de kerk in deze wereld”, zaken die goed aansluiten bij het visitatierapport dat donderdag door de triosynode aangenomen werd.
De lutherse prof. dr. K. Zwanepol vond dat het kerkelijk gesprek te veel binnenkerkelijk gevoerd wordt. Er wordt gesproken over „ontmoeting” tussen gereformeerde en lutherse traditie, terwijl de werkelijkheid verder is en kerken op dit punt al samenkomen. Die gesprekken kunnen alleen zinvol zijn in een brede oecumenische context. „Het mag geen PKN-onderonsje zijn, we zijn gestalte van de heilige, apostolische kerk.”
F. C. C. van Tuyl Serooskerken, voorzitter van de dienstenorganisatie, gaf aan dat er een duidelijke taakverdeling is tussen synode en arbeidsorganisatie en keerde zich tegen het denkbeeld van het bestuur als machtsfactor. „U hebt als synode ons gekozen, we zijn met u allen onderdeel van de kerk.”
De hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas wilde de bespreking over de kerntaken niet als eindpunt, maar als een moment zien. Het spreken over kerntaken geschiedt altijd binnen de beschikbare gelden, zo verzekerde hij. In een nieuwe discussie zouden de kerntaken opnieuw vastgesteld kunnen worden. „De zaak is van dermate groot belang dat we er intensief mee bezig zijn.”