Dankzij het ‘democratiseringspakket’ dat de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan vorige maand aankondigde, mogen vrouwen in overheidsfuncties voortaan een hoofddoek om hebben op hun werk, tenzij ze een uniform moeten dragen. In het parlement mocht dat zelfs altijd al, maar dat was moreel gezien onacceptabel. Het democratiseringspakket zorgde daar voor een mentaliteitsverandering.

Politica Merve Kavakçı wilde in 1999 al een hoofddoek op in het parlement, maar zij werd uitgejoeld en mocht de parlementaire eed niet afleggen. Donderdag werden vier leden van de AKP (Justitie- en Ontwikkelingspartij) gefeliciteerd toen ze met hoofddoeken op het parlement binnenliepen.

Kritiek was er echter ook: tegenstanders vrezen dat dergelijke maatregelen van Erdogan niet voor democratisering, maar juist voor islamisering van Turkije zorgen. De republikeinse burgerpartij CHP nam het de vier vrouwen kwalijk dat zij geen enkele vrouwenrechtenkwestie ter sprake brachten en nog nooit de kleding- en hoofddoekkeuze van vrouwen hebben verdedigd.

Ook zei de CHP dat de vier vrouwen met hun hoofddoek de seculiere tradities van het land ondermijnen en dat dit slechts een stunt is voor de gemeentelijke verkiezingen in maart, zo meldde de BBC.

Plaatsvervangend CHP-leider Şafak Pavey benadrukte dat veel andere zaken nog altijd verboden zijn in het parlement en dat vrouwen er tot voor kort geen broek aan mochten, maar jurken moesten dragen. En zelfs haar kunstbeen zorgt voor politieke beroering, merkte ze op.