„Koppel besluitvorming begroting los van waan van de dag”
Het laatste in de reeks politieke akkoorden van dit jaar heeft er in ieder geval voor gezorgd dat we in 2014 een begroting hebben die enigszins voldoet aan de wensen van Brussel. Ook is duidelijk geworden dat de politieke instabiliteit een op de lange termijn gericht economisch beleid nu al jaren gijzelt.
De kortetermijnfocus, afgedwongen door de Europese begrotingsregels en opiniepeilingen, overheerst het politieke en maatschappelijke debat. Allemaal zeer verklaarbaar. De uitdagende vraag is hoe we verstandige beleidsmaatregelen voor de lange termijn wel krijgen doorgevoerd.
Een van de problemen van deze tijd is dat nu door politici alleen maar pijn te verdelen valt. Dit leidt tot een laag vertrouwen en grote onvrede over de politieke besluiten. Elk kabinet ervaart de laatste jaren dan ook binnen de kortst mogelijke tijd wat een daling in de opiniepeilingen doet met de achterban en de druk die daarmee wordt gelegd op politieke besluitvorming.
Dit dilemma verlamt. Ook de besluitvorming over onderwerpen waar op zichzelf iedereen het over eens zou zijn. Daarbij moest ik denken aan het gedachte-experiment van de politiek filosoof John Rawls. Als we afstand nemen van de waan van de dag, kunnen we ook objectiever ons oordeel geven over wat wij rechtvaardig en verstandig vinden. Zonder dat meteen te betrekken op de situatie in het hier en nu. Rawls noemt dit ”de sluier van onwetendheid”. Als mensen niet weten wat hun sociale status is en evenmin wat hun inkomen, vermogen en persoonlijke kwaliteiten zijn, kunnen ze een redelijk objectief beeld schetsen van wat zij rechtvaardig vinden.
In de praktijk kunnen we echter niet achter een sluier schuilen. Bij elke bezuiniging bedenkt iedereen meteen wat deze voor hem of haar nu betekent. Eigenbelang overheerst. Maar we kunnen er wel deels aan ontsnappen. Dat is het voordeel van het feit dat mensen in de praktijk toch niet de perfect rationele verwachtingen hebben die economen hun in sommige economische modellen toedichten.
Mensen houden zich immers niet zo heel erg bezig met politieke besluiten die over de (verre) toekomst gaan, mede omdat ze niet weten wat deze voor hen betekenen. Daar kan men nu op twee manieren gebruik van maken.
Ten eerste kunnen specifieke mechanismen in wetgeving worden vastgelegd, zodat men later niet meer een discussie hoeft te voeren als de sluier weg is. Een idee dat ook door de kersverse Nobelprijswinnaar Robert Shiller wordt voorgestaan. Daarbij kan zo’n mechanisme alleen maar werken als het specifiek en eenduidig is. In Nederland doen we dit al met de AOW-leeftijd, die vanaf 2021 wordt gekoppeld aan de levensverwachting. Weg politiek probleem. Ook op de woningmarkt kunnen dergelijke mechanismen worden ingevoerd. Leg in wetgeving vast dat bij een woningprijsstijging van bijvoorbeeld meer dan 10 procent gemiddeld over een bepaalde periode het maximale leenbedrag wordt verlaagd van 100 procent naar 95 procent van de waarde van de woning. Dit voorkomt zeepbelvorming en ad hoc ingrijpen op de woningmarkt. In de Verenigde Staten is er natuurlijk ook al zo’n mechanisme: het schuldenplafond. En dat is nu juist een voorbeeld van hoe het niet moet; het is niet specifiek en eenduidig, dus lost het niets op.
Een tweede manier om gebruik te maken van het imperfecte overzicht van kiezers is door over grote hervormingen, zoals in de zorg of op de woningmarkt, op korte termijn te beslissen, de genomen maatregelen in wetgeving vast te leggen, maar pas veel later in te voeren. Dus met een heel ruime overgangstermijn. De geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek is daar een goed voorbeeld van. Er ontbreekt alleen wel een cruciaal element: een geloofwaardig eindpunt. Een noodzakelijke voorwaarde bij een hervorming.
Wanneer invoering wordt gescheiden van het beslismoment en er meer mechanismen in wetgeving worden vastgelegd, wordt het leven van politici gemakkelijker en worden de uitkomsten van sociaaleconomisch beleid beter. Ook voor de kiezers is het prettiger: nu minder paniekvoetbal, maar een consistent beleid gericht op de lange termijn. Rest slechts één probleem: de geloofwaardigheid van de politiek.
De auteur is hoofd nationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.