Schouten woont samen met zijn vrouw in een villa in een bosrijke buurt in Putten. Ook zijn dochter, schoonzoon en hun gezin kiezen daar domicilie. De woning is vorig jaar opgeleverd. „Ik heb zelf geholpen bij de bouw.”

Van meet af aan stond hem voor ogen dat de nieuwe woning energie­zuinig moest zijn, „zonder dat het comfort in het gedrang komt”, vertelt Schouten in de woonkamer. „Het is mijn hobby om zo veel mogelijk energiebesparende maatregelen te verzinnen. Het is belangrijk dat we verantwoord met energie omgaan.”

Van groot belang is dat de buitenkant van de woning goed is geïsoleerd, legt Schouten uit. „Als de buitenschil goed is, vraagt het huis minimale energie.” Voor de muren van het huis is ander materiaal gebruikt dan bij de „traditionele bouw van muren.” „De buitenwanden van ons 
huis bestaan uit 15 centimeter isolatiemateriaal, dan 15 centi­meter beton, en dan weer 5 centimeter isolatiemateriaal.

Het isolatiemateriaal kan worden afgewerkt met bijvoorbeeld steenstrips, hout of stucwerk. In de traditionele bouw zit het isolatiemateriaal tussen twee gemetselde muren.”

Het door Schouten gebruikte materiaal isoleert beter dan materiaal dat doorgaans in de bouw wordt gebruikt, daar is hij van overtuigd. „Ik heb niet de wijsheid in pacht, maar feit is dat wij hebben gemeten dat onze woning geen energie lekt. De onderdelen van de muren vallen als legoblokken in elkaar. Er zijn geen spleten. Bouw je in Nederland met traditionele muren, dan blijft een woning toch warmte lekken, zeker rondom kozijnen en dak.”

Schouten heeft geen halve maatregelen genomen. Alle ramen zijn in driedubbellaags glas uitgevoerd. Ook de buitendeuren zijn met een dubbele tochtafdichting afgewerkt. „De deuren vallen als een kluisdeur dicht. Die laten geen tocht door.”

Ventilatie wordt geregeld met een zogeheten warmteterugwin (wtw)-installatie. „De warmte die de installatie afzuigt uit vuile lucht, geeft het apparaat voor 85 procent weer terug aan de verse, in het huis ingebrachte lucht.” Het is van belang dat de wtw-installatie goed functioneert, benadrukt Schouten. „Door bezuiniging in de bouw schort het nogal eens aan een goede ventilatie, en daardoor ontstaat een minder gezond klimaat. Gevolg is dat mensen te weinig frisse lucht krijgen en ziek kunnen worden.”

In de Puttense villa bevinden zich twee speciale houtgestookte open haarden. „Die verwarmen voor een deel onze woning. Maar de haarden slaan daarnaast een groot deel van de warmte op in een waterbuffer. Dat warme water kunnen we bijvoorbeeld gebruiken om ons te douchen.”

Een gasinstallatie is in huize Schouten niet te vinden. Een zogeheten warmtepomp wel. „Die is zuiniger dan een gasinstallatie. De warmtepomp haalt aard­warmte van een diepte van 
130 meter en verwarmt het huis. De installatie zorgt ook voor koeling.”

Bijzonder is de afzuigkap in de keuken. „Die gooit geen warmte weg, maar blaast schoongemaakte lucht weer de keuken in.” Ook energiebesparend: in het huis branden nagenoeg alleen led­lampen.

De Puttenaar dacht erover om op zijn huis een windturbine te plaatsen, om daarmee energie op te wekken. Dat plan sneuvelde. „Wij zitten hier in het bos in een windluwe omgeving.” Eigenlijk zou hij af willen van de elektrische aansluiting. „We zouden bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen plaatsen. Met de energie daarvan zouden we elektrische auto’s op kunnen laden.”

Niet altijd loopt alles van een leien dakje. „Soms gaat er iets mis met de klimaatregeling per kamer. Investeringen kosten het nodige.

Boekhoudkundig kan het nu niet direct uit. Voor de toekomst zijn de maatregelen wel rendabel. In ieder geval heerst in dit huis nu een prettig klimaat.”