Hoogleraar UvA over Zwarte Piet: We hadden oogkleppen op
AMSTERDAM /UTRECHT (ANP). „Omdat het sinterklaasfeest de Nederlander bijna in de genen zit, hebben we oogkleppen op gehad voor wat betreft de uitmonstering van Zwarte Piet. Pieterbaas is in de afgelopen decennia wel veranderd van domme boeman naar slimme kindervriend, maar hij is nog steeds uitgedost met kroeshaar, een pofbroek, rode lippen en grote oorringen. Hij is voor buitenstaanders een zwart stereotype, dat als racistisch wordt ervaren.”
Dat zegt Peter Jan Magry, hoogleraar Europese etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en verbonden aan het Meertens Instituut. Dit wetenschappelijke instituut bestudeert de Nederlandse taal en cultuur en houdt zich onder meer bezig met tradities en rituelen. „Dat de emoties over Zwarte Piet nu ineens zo hoog oplopen, komt doordat er een enorme culturele clash tussen ‘de outsiders’ en ‘de insiders’ is ontstaan”, verklaart Magry.
Sinterklaas is al eeuwen het belangrijkste familiefeest in Nederland. „Iedereen is ermee opgegroeid en viert het mee. Zwarte Piet is in die traditie een leuke figuur. Maar iemand die het feest voor het eerst ziet, zoals de VN-commissie, schrikt van de duidelijk racistische kenmerken van Piet, die in een ander verband niet meer mogelijk zouden zijn. Je moet een culturele traditie doorgronden om haar te begrijpen en in elk geval niet meteen een mening ventileren, zoals hier is gebeurd.”
Maar, vindt Magry, het uiterlijk van Zwarte Piet is ook onvoldoende meeveranderd met de maatschappij. „Piet heet geen knecht meer, heeft geen roe meer, spreekt niet meer in kromme zinnen en is geen domme fratsenmaker meer. Maar hij ziet er nog wel uit zoals een blanke zich een neger voorstelde in 1858, het eerste jaar dat Piet opdook bij de sint. Dat zal echt moeten veranderen.”
En veranderingen in het gekoesterde sinterklaasfeest zijn best mogelijk, legt Douwe Wiegersma van Museum Catharijneconvent in Utrecht uit. Het Catharijneconvent heeft een permanente educatieve afdeling over feesten en rituelen en opent elk jaar op 1 november Het Huis van Sinterklaas. „Iedereen roept nu: handen af van de echte sintviering, maar in 800 jaar tijd is er heel veel veranderd.”
„Sint was eerst helemaal geen kindervriend, hij had geen knecht of een paard en kwam niet met de stoomboot. Gedichtjes dateren uit het begin van de vorige eeuw en pas met de intrede van de televisie ontstond de intocht zoals wij die kennen. Een levende traditie verandert dus wel, maar niet van het ene moment op het andere.”