Oudste orgel van Nijmegen gerestaureerd
NIJMEGEN – In de lutherse kerk te Nijmegen wordt zondag 27 oktober in een feestelijke kerkdienst het 18e-eeuwse Van Deventer/Heynemanorgel na restauratie weer in gebruik genomen. Het gaat om het oudste orgel van Nijmegen.
De restauratie werd uitgevoerd door de firma Henk van Eeken Orgelmaker te Herwijnen. Van Eeken licht de historie van het orgel toe: „De oudste orgelpijpen stammen vermoedelijk uit 1726. In 1774 schrijft de bekende Goudse organist en klokkenist Joachim Hess namelijk in zijn boek ”Dispositien der merkwaardigste Kerk-orgelen welke in de zeven Verenigde Provincien als mede in Duytsland en Elders aangetroffen worden” dat het orgel in de lutherse kerk te Nijmegen is „gemaakt door M. van Deventer, in het jaar 1726, (…) met 10 Stemmen en 3 Blaasbalgen.” Als deze toeschrijving bijna vijftig jaar na dato juist is, is het Van Deventer/Heynemanorgel niet alleen het oudste orgel dat voor een Nijmeegse kerk is gebouwd, maar ook het vroegst bekende orgel van Matthijs van Deventer.”
In 1756-1758 werd de lutherse kerk aan de Grotestraat vergroot en opnieuw ingericht, waarbij het orgel op de tweede galerij boven de ingang werd geplaatst. „Volgens Hess werd daarbij „Een nieuwe Grynen-kas &c, een nieuwe Windlade met al zyn toebehoren zo aan Abstracten, Welraam &c. het Clavier ter zyden van Kas, benevens nog een vierde Blaasbalg (…)” gemaakt. In juli 1758 was het nieuwe orgel gereed en werd het goedgekeurd door de organist van de St.-Stevenskerk, Ybo Ages Bruinsma. Er werd een deel van de koopsom afbetaald aan orgelmaker Van Deventer. Aangezien Matthijs van Deventer op 11 mei 1757 in de St.-Stevenskerk was begraven, gaat het hier vermoedelijk om zijn zoon, Sweer van Deventer († 1775).”
Reeds in november 1758 werden er mankementen aan het orgel geconstateerd, die Van Deventer jr. niet afdoende heeft weten te herstellen. „In 1781 werd het orgel ingrijpend hersteld door de orgelbouwer Antonius Fredrik Heyneman (1751-1804), die ter gelegenheid van de bouw van het nieuwe orgel in de St.-Stevenskerk als medewerker van Ludwig König naar Nijmegen was gekomen en zich nadien in Nijmegen had gevestigd. Heyneman, die lidmaat van de lutherse gemeente was, vernieuwde „Pijp- en regeerwerk” van het orgel, waarbij hij onder meer nieuwe tinnen frontpijpen aanbracht.”
In 1836 werd het orgel veranderd en gerepareerd door de orgelmaker A. A. Kuerten uit Huissen. „Waarschijnlijk is toen de Quintadena 8’ gewijzigd in een Bourdon 16’ en de Cornet verwijderd.”
In 1910 werd een nieuw klavier aangebracht door orgelbouwer G. van Druten uit Hemmen en in 1917 werden de oorspronkelijke spaanbalgen vervangen door een magazijnbalg door orgelbouwer J. H. van den Brink uit Hemmen.
In 1924 nam de evangelisch-lutherse gemeente het huidige kerkgebouw aan de Prins Hendrikstraat in gebruik, dat in 1898 was gebouwd als verenigingsgebouw van de hervormde gemeente. „Het orgel werd daarbij overgeplaatst door de firma J. de Koff en Zn. te Utrecht, waarbij de oude Viola di Gamba 8’ discant werd vervangen door een nieuwe Viola 8’ vanaf c° en de oude Trompet 8’ door een nieuwe Hobo 8’.”
In 1940 werd het orgel ingrijpend omgebouwd tot een instrument met twee manualen en zelfstandig pedaal met elektro-pneumatische tracturen, door orgelbouwer G. van Leeuwen te Leiderdorp. „De oude windlade, de tracturen en grote delen van de orgelkast gingen daarbij verloren en de toonhoogte werd genormaliseerd door het vergaand afknippen van de oude orgelpijpen. Het orgel was daarna nog maar een schaduw van wat het ooit geweest is.”
Nadat het Van Leeuwenorgel in de jaren tachtig steeds meer storingen begon te vertonen, vatte de predikante van de evangelisch-lutherse gemeente, ds. Perla Akerboom-Roelofs, het plan op om het orgel te laten restaureren. „Het is door haar niet-aflatende inzet dat deze plannen uiteindelijk konden worden gerealiseerd.”
In 1997 bracht orgeladviseur dr. Hans van Nieuwkoop een uitgebreid rapport en restauratieplan uit, dat voorzag in herstel van de situatie 1781, na de grote reparatie door Heyneman. Na het inwinnen van diverse offertes werd de restauratie in 1997 aanbesteed aan de firma Henk van Eeken Orgelmaker te Herwijnen. In 1998 werd de Stichting Van Deventer-Heyneman-orgel opgericht, met de taak de restauratie te begeleiden en fondsen te werven.
In 2008 kwam er zicht op rijkssubsidie en konden de plannen worden uitgewerkt. Dr. Hans van Nieuwkoop was vanwege ziekte inmiddels opgevolgd door Jan Jongepier en vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd werd deze in 2008 op zijn beurt opgevolgd door Aart van Beek. „In november 2012 is Aart van Beek vervangen door prof. dr. Harald Vogel uit Bremen. Namens de gemeente Nijmegen werd de restauratie begeleid door de monumentendeskundigen Diane van der Heijden en Herman Koldewijn en namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) door orgeldeskundige drs. Wim Diepenhorst.”
Bij de restauratie is de orgelkast gereconstrueerd naar de situatie 1924. „Er is een nieuwe windvoorziening gebouwd met twee spaanbalgen en trapinstallatie, een nieuwe windlade en nieuwe speel- en registermechanieken. Het oude pijpwerk is uiterst zorgvuldig hersteld, de dispositie is hersteld naar de situatie 1781. Reconstructies zijn uitgevoerd op basis van onderzoek en documentatie van de Van Deventerorgels in Hoog-Keppel (1740), Schaijk (1755) en Nijkerk (1756) en aan orgelpijpen van Heyneman in Weurt (1776) en Waardenburg (1781) alsmede aan de Verhofstadtorgels in Westzaan (1718) en Culemborg (1719). De legering van het metaal van de oude orgelpijpen werd door de RCE onderzocht met behulp van röntgenfluorescentiespectrometrie.”
Bij de restauratie zijn de nieuwste wetenschappelijke inzichten toegepast, zoals die met name zijn verkregen uit onderzoek aan de universiteit van Gotenburg en het Göteborg Organ Art Center. „Daarbij zijn de oorspronkelijke werkwijzen en het gebruik van historisch juiste materialen, detailleringen, constructies en afwerkingen wezenlijk gebleken. De orgelmakers hebben zich met name veel inspanningen getroost om het in 1924 en 1940 ernstig geschonden klankbeeld zo veel als mogelijk te herstellen. Het resultaat is een verassende rijke, expressieve en resonansrijke orgelklank.”
Interessant is de oude toonhoogte, die uit de frontpijpen van Heyneman is gebleken: a’ = 409 Hz. „Deze toonhoogte komt ook voor bij fluiten van de beroemde 18e-eeuwse Nijmeegse fluitbouwer Robbert Wyne (1698-1774).” Het schilder- en verguldwerk werd hersteld door Leo Scholten, restauratieschilder te Huissen.
Tijdens de kerkdienst op zondag 27 oktober (11.00 uur) zal het orgel worden bespeeld door Joost Langeveld, organist van de St.-Stevenskerk en bestuurslid van de Stichting Van Deventer-Heyneman-orgel. De bekende blokfluitist en blokfluitbouwer Heiko ter Schegget zal enkele van zijn blokfluiten naar Robbert Wyne bespelen.
Op Hervormingsdag, donderdag 31 oktober, vindt voor genodigden een presentatie van het orgel plaats door de orgeladviseur, prof. dr. Harald Vogel uit Bremen. Hij zal het orgel laten horen in een gemodereerd concert met orgelmuziek van Goudimel, Sweelinck, Schein, Pachelbel, Kuhnau, J. G. Walther en Bach.
De dispositie van het orgel luidt als volgt:
Manuaal (C-c’’’)
Prestant 8’ (1781)
Quintadena 8’ (1758/2013)
Viola di Gamba 8’, discant (2013)
Cornet 4 sterk, discant (2013)
Holpijp 8’ (1758/1781)
Octaaf 4’ (1758/1781)
Quint 3’ (1758)
Superoctaaf 2’ (1758)
Sesquialter 2 sterk, discant (1758)
Fluit 4’ (1758 en 19e eeuw)
Mixtuur 4 sterk (1758/2013)
Trompet 8’ (2013)
Tremulant
Ventiel
Pedaal (C – g)
Aangehangen
Twee spaanbalgen met trapinstallatie
Toonhoogte: a’ = 409 Hz
Temperatuur: Kellner-Bach
Winddruk: 68 mm waterkolom