Opinie

Stemmen een recht van verstandelijk gehandicapten

Ondercuratelestelling van verstandelijk gehandicapten is soms een veel te forse maatregel, vindt Jan Westert, die wijst op minder verstrekkende mogelijkheden als bewindvoering en mentorschap.

20 November 2003 13:05Gewijzigd op 14 November 2020 00:44
„Mensen met een verstandelijke handicap zijn vaak wel degelijk betrokken bij hun omgeving en bij vragen in de samenleving.” Foto: verstandelijk gehandicapten demonstreren in Den Haag, juni 1998. Foto ANP
„Mensen met een verstandelijke handicap zijn vaak wel degelijk betrokken bij hun omgeving en bij vragen in de samenleving.” Foto: verstandelijk gehandicapten demonstreren in Den Haag, juni 1998. Foto ANP

Ik zou mijn zoon niet gauw het stemrecht laten ontnemen. Mensen met een verstandelijke handicap zijn vaak wel degelijk betrokken bij hun omgeving en bij vragen in de samenleving. Veel ’gewone’ mensen kunnen daar een puntje aan zuigen. Toen de favoriete politicus van mijn zoon het veld moest ruimen, ventileerde mijn zoon zijn mening op een volstrekt heldere wijze. Hij moest zich op het politieke veld even herpakken, maar heeft inmiddels opnieuw zijn keuze bepaald en weet aan wie hij zijn stem geeft.

Ook het stemmen zelf gaat prima. Na enige uitleg bedient hij zelf feilloos de stemmachine. In de stemcommissie is er niemand die hem het stemrecht betwist. Het stemrecht van mensen met een verstandelijke handicap moet je hun niet zomaar ontnemen. Het is een recht dat deze burgers in alle eenvoud maar al te graag uitoefenen. Daarmee zijn ze ook nog eens een voorbeeld voor velen in de samenleving!

Wetswijziging

Bovenstaande overwegingen flitsten door mij heen toen ik deze dagen het bericht over de verstandelijk gehandicapte Martijn Greuter uit Aerdenhout las, die niet mag stemmen. Hij staat onder curatele en is daarmee wilsonbekwaam verklaard. Dat betekent ook dat zo iemand niet kan stemmen. Tegen deze gang van zaken in beroep gaan heeft geen zin, zo is gebleken uit een uitspraak van de Raad van State. Daartoe moet de wet worden aangepast.

Dat lijkt mij een opdracht die de regering snel ter hand moet nemen. En anders ligt hier een goede aanleiding voor een politicus om via een initiatiefwet het onderwerp verder op de politieke agenda te brengen. Het is bovendien een goede gelegenheid om de wettelijke terminologie die bij ondercuratelestelling wordt gebezigd, weer eens eigentijds te formuleren. Het is toch tamelijk storend dat in de wet wordt gesproken over „mensen met een geestelijke stoornis, waardoor de gestoorde… niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen.”

Ondercuratelestelling is bedoeld voor meerderjarige mensen die zowel hun financiële als andere persoonlijke belangen niet meer kunnen behartigen. Ondercuratelestelling is ook een tamelijk absolute maatregel. Iemand die onder curatele is gesteld, verliest zijn/haar handelingsbekwaamheid en mag niet meer zelfstandig rechtshandelingen verrichten, waaronder het uitoefenen van het stemrecht.

Participatie

In onze samenleving is het beleid erop gericht dat mensen met een verstandelijke handicap zo gewoon mogelijk hun burgerschap kunnen beleven. Dat betekent ook dat met ondercuratelestelling erg terughoudend moet worden omgegaan. Terecht dient daar de rechter aan te pas te komen, die de familie ondervraagt over de motieven van de ondercuratelestelling.

De rechter moet ook van de betrokkene weten wat hij/zij van de maatregel vindt. Wie kennisneemt van de wens van Martijn Greuter om zijn stemrecht te behouden, kan zich echter ook afvragen of ondercuratelestelling niet een te forse maatregel is. Een maatregel die, in een tijd waarin het beleid ten aanzien van mensen met een verstandelijke handicap is gericht op participatie, tot het uiterste moet worden beperkt.

Dat kán ook, omdat er andere, minder verstrekkende mogelijkheden zijn, zoals bewindvoering en mentorschap. In geval van bewindvoering wordt alleen de financiële handelingsbekwaamheid van iemand geheel of gedeeltelijk ingeperkt. Voor de overige belangen blijft hij/zij wel handelingsbekwaam. Voor die persoonlijke belangen (niet over geld en goed) kan een mentorschap worden aangegaan. Men moet dan denken aan afspraken met instellingen over de begeleiding van mensen. Bewindvoering en mentorschap zijn minder verstrekkend en komen tegemoet aan de wens de rechten van burgers, waar dat kan, te handhaven.

Het debat over het stemrecht van personen met een verstandelijke handicap geeft aan dat er op dit terrein nog de nodige winst is te boeken en dat de toetsing bij ondercuratelestelling uitermate zorgvuldig dient plaats te vinden. Het overnemen van de zeggenschap dient tot het uiterste beperkt te blijven.

Naast de uitnodiging aan de politiek om ruimte te scheppen voor het stemrecht van mensen met een verstandelijke handicap die onder curatele zijn gesteld, ligt er een stevige opdracht voor ouders en familie om uiterst zorgvuldig te zijn in de keuze van maatregelen die de persoonlijke zeggenschap van mensen met een verstandelijke handicap inperken. Een te vlotte keuze voor ondercuratelestelling boven bewindvoering en mentorschap kan ook tekortdoen aan de mogelijkheden van mensen met een verstandelijke handicap.

De auteur is directeur van de oudervereniging Philadelphia in Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer