Hof VS onderzoekt IQ als criterium doodstraf
WASHINGTON (ANP/RTR). Het Amerikaanse hooggerechtshof gaat zich buigen over de zaak van een man met een lage intelligentie die 35 jaar geleden twee mensen heeft vermoord en daarvoor de doodstraf kreeg opgelegd. De zaak draait om de vraag of de nu 68-jarige Freddie Lee Hall een verstandelijke handicap heeft of ‘zwakbegaafd’ moet worden genoemd.
De uitkomst bepaalt of Hall in zijn staat Florida mag worden geëxecuteerd. De man werd in 1978 schuldig bevonden aan moord op een hulpsheriff en een zwangere vrouw. Hij zit al jaren in de dodencel.
Volgens justitie moet de straf worden uitgevoerd, omdat de man 71 punten scoorde op een IQ-test en dus niet verstandelijk gehandicapt zou zijn. Als hij één punt lager had gescoord, zou hij volgens de staatswet echter niet ter dood gebracht mogen worden.
De hoogste rechters bepaalden in 2002 dat het op basis van de grondwet verboden is om geestelijk gehandicapten te executeren. Duidelijke criteria noemde het hof destijds niet, waardoor het tot nog toe aan de individuele staten is om te bepalen wanneer iemand gehandicapt is. Volgens rechtsgeleerden zal de zaak mogelijk gevolgen hebben voor de overige 31 staten die de doodstraf nog kennen.
Halls advocaat vindt het te kort door de bocht om een besluit op één getal te baseren. Hij stelt op basis van dezelfde tests dat de veroordeelde een IQ tussen de 67 en 75 heeft.
Volgens de DSM-IV, het veelgebruikte Amerikaanse handboek over psychische stoornissen, is iemand verstandelijk gehandicapt als hij een IQ onder de 70 heeft. Daarnaast moet sprake zijn van beperkte praktische, sociale en conceptuele vaardigheden en moet de stoornis voor het 18e levensjaar zijn ontstaan.
De aanklagers in Florida stellen op hun beurt dat ze alledrie deze criteria hebben getest. Ze hadden het hooggerechtshof gevraagd buiten de zaak te blijven, maar de hoogste rechters besloten maandag de zaak toch in behandeling te nemen.